Naast de grote veenbrand van mei 1917 in Valthermond, waarbij zeventien dodelijke slachtoffers vielen te betreuren, is hier ter plaatse nog een veenbrand geweest die één leven heeft geёist. Het betreft de veenbrand van het voorjaar van 1928. In het navolgende artikel wordt deze brand beschreven.
Het droge voorjaarsweer van de voorgaandeweken maakte dat het begin mei 1928 gevaar op brand in de Zuid – Oost Drentse venen reëel aanwezig is. Her en der waren er al kleine brandjes op het veendek geweest. Men is hier dan ook uiterst waakzaam. In de eerste mei week waren er door vonken uit baggermachines en koffievuurtjes herhaalde malen branden uitgebroken. Door op tijd ingrijpen wist men vooreerst steeds het gevaar te keren en het vuur te doven. De aanhoudende sterke oostenwind en de droogte maanden evenwel tot grote waakzaamheid. De politie en de marechaussee hielden dan ook nauwlettend toezicht. Temeer omdat de afgelopen jaren, vanwege de malaise in de venen, geregeld bewust brand is gesticht.
Maar op woensdag 3 mei gaat het evenwel volledig fout. Terwijl de baggermachines op de veenplaats van de heer Nieman, in de Langhieten al enkele dagen stilstonden, omdat door de nog aanwezige oude baggerturf niet kon worden doorgewerkt en het werkvolk andere werkzaamheden verrichte, zoals ondermeer het laden van schepen, ontstond er ineens midden op de veenplaats brand. Het vuur greep, aangewakkerd door een sterke Zuidoosten wind, zeer snel om zich heen en tastte al spoedig eveneens de veenplaatsen van Hadders en Meier aan, waar een overvloed aan voedsel voor het vuur stond. Er stonden namelijk enige honderden stobben oud – bagger en ongeveer 150 dagwerken gegraven turf. Deze het voorgaande jaar gefabriceerde turf was kurkdroog en zodoende zeer brandbaar. Het duurde dan ook niet lang of alles stond in lichterlaaie, een hevige vonkenregen blies over het veld. Daardoor was het tegen de avond één grote vuurzee geworden.
Ondertussen waren er met spoed verschillende motorbrandspuiten in het gebied aangekomen om deze veenbrand te bestrijden. Door het veen op de meest bedreigende plekken nat te houden probeerde men verdere uitbreiding van de brand te voorkomen. Op donderdag leek het eerste gevaar op verdere uitbreiding geweken, mede doordat de wind was afgenomen. Wel waren er ondertussen op de zuiderplaats no: 91 eveneens enkele turfbulten in brand geraakt en toen dan ook op vrijdag de wind weer flink aanwakkerde werd het een zeer angstige dag en ontstond er een zeer grote veenbrand. De mensen begonnen gehaast hun woningen te ontruimen daar het duidelijk werd dat de brand zich razendsnel uitbreidde en er groot gevaar dreigde voor hun woningen.
Maar ook de schippers, die in het gebied waren om turf te laden, vluchtten er met hun, vaak nog lege of half geladen ruimen, het gebied uit. Ondertussen verspreidde de brand zich razendsnel en stond het hele gebied van plaats 91 tot en met de Blokken in brand. Al spoedig stonden de woningen van wed. Haak en de familie Luik in vuur en vlam. Ook werd het schip van G. de Vries een prooi van het vuur en heeft schipper Ottens zijn schip laten zinken. Gelukkig bleven persoonlijke ongelukken vooralsnog uit. Echter, tegen de avond ging het gerucht dat de machinist van de baggermachine, die in het veen voor veenboer Jonkman werkzaam was, vermist werd.
Het personeel van de baggermachine had gepoogd de woning van de vervener te behouden. Het bleek algauw onbegonnen werk te zijn en men moest trachten zichzelf in veiligheid te brengen. Dwars door de wijken poogde men aan de vuurzee te ontkomen. Al spoedig bleek dat de machinist van de baggermachine vermist werd. Ondertussen had het vuur, tengevolge van de overwaaiende vonkenregen, zich uitgebreid naar enkele noorderplaatsen. Meer dan tachtig woningen, staand langs het Noorder- en Zuiderdiep werden bedreigd. Angstig en bezorgd gaat men de nacht van vrijdag op zaterdag in. En ook de volgende dag gaat men onverdroten voort met het vuur te bestrijden. Wel zijn ondertussen de grootste bedreigingen weggenomen. Echter met een veenbrand weet men het nooit!
Ondertussen worden er nog extra brandspuiten naar Valthermond gestuurd, zoals de motorspuiten van Hoogeveen en Smilde. Nat houden is feitelijk de enige remedie tegen de brand. Rond elf uur ´s morgens wordt de vrees bewaarheid dat de vermiste machinist slachtoffer is geworden van deze brand. Bij het oversteken van één der wijken moet de machinist zijn verdronken. Het ging om de 56 jarige Albert Mulder uit Eexterveenschekanaal, gehuwd en vader van zes kinderen. De heer Mulder was hier samen met een zoon werkzaam. Hij was machinist op de locomobiel die door de vervener van de dorsvereniging ‘Bareveld en Omstreken’ gehuurd was. Eveneens waren er nog altijd enige veenarbeiders vermist, maar deze kwamen die zaterdag alsnog terecht. Wel moest een viertal van hen, wegens opgelopen brandwonden, door dokter Mulder worden behandeld. Ondertussen bleven de motorspuiten het vuur bestrijden. Op zondag is het grootste gevaar verdwenen en kunnen op maandag de meeste brandspuiten terug naar hun standplaats.
Jakob Westendorp