All Stars (vervolg)

De vorige maand begonnen aan het samenstellen van een favorieten elftal. In de maand april alleen toegekomen aan de basis van elk elftal, de verdediging. Dat waren allemaal rotsen in de branding, fundamenten waarop je kon bouwen, de basis van een geraamte met mogelijkheden, geen verzakers. Zowel op het voetbalveld als in het normale leven. Dat zijn toch wel twee verschillende werelden. Dingen die je op het voetbalveld ziet hoop je niet te zien in het dagelijkse leven. En andersom. Tot zover hier over de kunst van het tegenhouden.

Maar in het edele voetbalspel ben je er niet met alleen maar tegenhouden, er moet ook iets worden gecreëerd, Daarvoor is het middenveld een belangrijke schakel. Mijn middenveld is gevuld met gevarieerde types. Voor de balans stel ik Albert Ottens op. Albert is iemand die je liever in je team hebt dan als tegenstander. Dat gold ook voor de trainingen. Albert is niet het zaalvoetbal type. Niet het fijngevoelige. Als er gebikkeld moet worden kunnen we een beroep op Albert doen! Kan me een wedstrijd herinneren waarin Albert tegenover hetzelfde type voetballer stond. De scheidsrechter zag het een kwartier aan en vond het toen wel tijd voor een kleine preek. Met als boodschap dat het iets minder fysiek moest. Dit ging niet alleen kaarten opleveren maar ook blessures.

Tezamen met Riekus Gort was het een mooi evenwichtig middenveld. Riekus was wat balverliefd. De meester van de panna. Een benentikker eerste klas noemden wij dat. Hij maakte er een echte kunst van. De familie Poede van NWVV kon dat wat minder waarderen. Na een paar keer door de benen te zijn gespeeld kwam hij Riekus mededelen dat als dat nog een keer gebeurde, hij Riekus over het hele veld zou schoppen. En Riekus, sociaal als hij is, heeft het risico niet genomen. Als derde middenvelder neem ik onze huisdichter Jan Ottens. Een hele rustige bedaarde verstandige voetballer. Dat beeld krijg je bij de dichter Jan Ottens. Die ik ook weleens dingen heb zien doen waarover Jan vast heel mooi kan dichten. Maar die niet onder de schone kunsten vallen!

Ze zeggen wel dat een man niet twee dingen tegelijk kan. Jan Schutrups is daarop zeker een uitzondering. Die kon drie dingen tegelijk. Voetballen, de tegenstander uit de wedstrijd praten en zichzelf uit de wedstrijd praten. Blijven er nog twee plaatsen over. Twee spitsen. Mijn favoriete spits is Erik Kloosterman. De sierlijkste voetballer waar ik mee gespeeld heb. Kon niet alleen mooi voetballen maar liet zijn medespelers ook beter voetballen. Als tweede spits noem ik Albert Wardenburg, die in zijn nadagen Valthermond 2 kampioen maakte. Wij verdedigden met tien man, schoten de bal naar voren en Albert deed er wat mee. Als verzorger Roelf van Klinken die niet iedere blessure serieus nam. In geval van twijfel gooide Roelf het genezende water in één keer over de speler heen. Dat hielp ook. Wij hadden weinig blessurebehandelingen.

Cliff