Boodschapje

Kiek op de Mo(a)nd

Als ik vanmorgen wakker word en op de wekker kijk, zie ik dat het al half acht is. Niet dat dat erg is, het is zaterdag en ook dat maakt niet uit want ik werk al een aantal jaren niet meer. Ik heb er 40 jaar voor moeten betalen, maar krijg er nu in kleine gedeelten elke maand iets van op mijn bankrekening terug gestort, zodat ik niet meer naar de baas hoef en op kan staan wanneer en hoe laat ik dat zelf wil. Het is meer het idee, omdat ik meestal voor zevenen wakker ben en opsta.

 

Wanneer ik uit bed stap om een plas te gaan doen ontdek ik dat het helemaal geen verprutste tijd is geweest. De regen klettert op het dakraam. Dus na de plas te hebben gedaan kruip ik nog maar weer even in m’n warme bedje. Na een kwartiertje wordt vriendin Lief wakker en voelt zich niet zo lekker, waarna ze bij zichzelf constateert dat ze de griep heeft.

We staan op voor een kopje koffie en ik maak de kachel aan. Na het ontbijt gaat m’n vriendin over tot actie, douchen, pilletjes, fruit, en warm aankleden, om na een kwartier totaal uitgeput op de bank neer te ploffen met de wetenschap dat het vandaag niets meer gaat worden.

Er moeten betere medicijnen en vitaminen in huis worden gehaald. Ik krijg een mooi lijstje in de hand gedrukt en ga op pad naar drogist en supermarkt. De jongedame bij de drogist weet mij te verleiden met een tweede artikel, tegen hoest en keelpijn, voor de helft van de prijs en waarom ook niet, de winter moet nog beginnen. Bij thuiskomst zal ik na het checken van de houdbaarheidsdatum ontdekken dat dit maar een half jaar later is en is het zeer waarschijnlijk dat het tweede artikel dus overbodig na een jaar in de prullenbak zal verdwijnen.

 

In de supermarkt ben ik nog niet eens bij het eerste schap aangekomen of er verschijnt weer een jongedame, een hoofdlengte langer dan ik (die bij de drogist was een hoofdlengte korter dan ik) voor m’n neus met een dienblad, waarop schijfjes droge worst van een bekend merk liggen en mij uitlegt dat er twee verschillende smaken zijn, met en zonder knoflook en of ik het wil proeven, waartegen ik geen nee kan zeggen. Nadat ik twéé stukjes van het blad pak en zij me zegt dat twee stukjes ook oké is, vraagt ze me direct of ik het lekker vind, voordat ik ook nog maar één smaakpupil in werking heb kunnen zetten. Nadat ze me de kans geeft even te proeven tovert ze ergens twee worsten van achter haar rug tevoorschijn, met de blijde boodschap dat vandaag de tweede worst voor half geld is. Ik vertel haar dat ik vandaag al ergens een tweede artikel voor half geld heb aangeschaft en deze dus voorbij moet laten gaan, waarop ze me beteuterd aankijkt.

 

Verderop in de winkel, als ik mijn citroentjes voor de grog in een zakje sta te pakken, krijg ik plots een winkelkar tegen me aangedrukt, waarna een vrolijke buurvrouw me goeiemorgen wenst en na wat over en weer gekwebbel begeef ik me hinkend met een dikke knie richting kassa.

Ik kies de kassa met de minste mensen in de rij, maar dit blijkt een verkeerde keuze, dat geluk overkomt mij wel vaker. Een oude vrouw die aan de beurt is treuzelt met zegeltjes, inpakken en een praatje. Vóór mij staat een grote dame (weer een kop groter dan ik) geheel in het zwart gekleed, lange zwarte jas en laarzen, zwart haar, een grote donkere zonnebril op haar niet al te kleine neus en knalrood gestifte lippen (ook groot). Ze draait een beetje geërgerd rond (hoe ze kijkt kan ik niet zien door de donkere bril op haar neus) en heeft alleen een pakje sigaretten op de band liggen, verstopt tussen twee ‘volgende klant’ balkjes.

 

Het mevrouwtje na mij, (wederom een kop kleiner) heeft een zeer volle kar met boodschappen en ik kan het helaas niet nalaten te zeggen: ‘Wat een werk hè, dat allemaal op de band te zetten’, waarop ze lachend antwoordt: “En aan de andere kant er weer af.”

We bespreken ook nog even dat alles nog in de auto moet en thuis er ook weer uit. Als je van te voren aan dit alles denkt begin je er niet aan, maar ja het is voor haar verjaardag en het is toch ook wel weer gezellig als de kinderen komen. De treuzelvrouw is inmiddels zover en de grote dame in het zwart is snel klaar met haar ene pakje sigaretten.

Na te hebben afgerekend wenst de kleine vrouw met de volle kar na mij, mij een fijne dag, ik haar een leuke verjaardag en ga snel naar huis met medicijnen en vitaminen om m’n Lief weer op de been te helpen.

Aad Lubbe