Je kunt je het bijna niet meer voorstellen in deze tijd. De postbode bracht brieven, rekeningen en reclame rond. Alles ging via de postbode. Deze persoon in kwestie had een vaste aanstelling bij de PTT. Hij of zij kreeg een dienstfiets en een uniform waaraan hij/zij altijd te herkennen was als postbode, zelfs van grote afstand. Een pet op waar voorop de letters PTT stonden. Het was in die tijd een verantwoordelijke baan, want alle belangrijke post bezorgde deze postbode in weer en wind. Zomer en winter, je kon de klok er bijna op gelijk zetten.
In de beginjaren kwam de postbode tot aan de deur. Voor Valthermond betekende dit de brug over en weer terug. Valthermond is 11 km lang… de postbodes uit die tijd hebben heel wat kilometers afgelegd in hun leven. De bekendste postbodes uit de jaren 70 waren Henk Krekel (hij woonde net als Gerrit Ottens bij Doorsnee) en postbode van der Laan (die woonde aan het Noorderdiep, ter hoogte van Laan 24). Maar de bekendste is misschien wel Ko Warringa (woonde op het Noorderdiep tegenover het Brughuus). Ko was altijd goedlachs en altijd in voor een praatje.
Deze postbodes wisten ook vaak de laatste nieuwtjes over wat er in het dorp allemaal gaande was. Het postkantoor stond in, hoe kan het ook anders , het postkantoorloantje. Nu is dit de Wilhelminalaan. In het postkantoor werd de post gesorteerd. Dhr. Schoenmaker zat achter het loket van het postkantoor en hij handelde telegrammen, telefoon en geldzaken af. Elk Valthermondje kende deze man, net als alle post bestellers. Als je geld ging halen in die tijd hoefde je je niet te legitimeren, de rekeningnaam was genoeg en je kon zo nodig ook direct geld meenemen voor je ouders. Dit kon toen allemaal! Dhr. Schoenmaker keek je aan en zij dan “doe bist aine van ….” En een ja was genoeg. Als er getwijfeld werd kreeg de postbesteller vaak de opdracht eens te informeren in de buurt om te zien wat voor vlees ze in de kuip hadden.
Eind 70 jaren moest iedereen zich legitimeren en dit betekende bijna complete chaos op het postkantoor. Er waren mensen, ook al wilden ze wel, zich simpelweg niet konden legitimeren omdat ze geen legitimatiebewijs hadden. Niet iedereen had in de jaren 70 een rijbewijs. Deze mensen moesten eerst een paspoort aanvragen bij de gemeente Odoorn om hun eigen geld te kunnen innen of te regelen. In die tijd veranderde het uitbetalen van de lonen ook. Van een loonzakje met contant geld per week ging het naar vier weken salaris op een rekening. Hier moesten veel mensen aan wennen. Zeker sommige mannen, want ja, de vrouw hoefde niet alles te weten. Kon men eerst 25 gulden (voor eigen gebruik in de kroeg) uit het loonzakje halen voordat de vrouw ’t zakje kreeg, toen dit op rekening ging lukte dat niet meer en waren er opeens vele loonsverhogingen bij sommige gezinnen.
Ook kregen we allemaal een eigen PTT brievenbus en konden de bestellers sneller met de post rond. Vanaf toen is het gedonder en bezuinigingen begonnen. De ondergang van de PTT postbestellers, want de romantiek ging er af. Het praatje met de postbode verdween en hiermee ook het contact met de mensen over de bruggen. Sommige postbodes hebben hun dienstverband wel uit kunnen dienen.
Dan is er nog een bekende postbesteller van de laatste jaren die ik graag wil noemen want die is er toch wel een beetje sneu bij langs gekomen. Gelukkig heeft hij zich er wel doorheen geslagen. Hij was de snelste postbode van Valthermond, Henk de Jonge. De geruchten gaan dat hij een keer een bekeuring heeft gekregen toen hij met skeelers onder werd geflitst. Hoe hoog de bekeuring was is niet bekend. Ook hij is woonachtig, ja daar gaan we weer, ter hoogte van Doorsnee. Henk brengt nog steeds post rond in Valthermond, maar ook in omliggende plaatsen. Henk kent ze niet allemaal meer bij naam, maar een echte Valthermonder zal hem direct herkennen en zeker roepen “hee, moi Henkie!”
Een old mondker