De feestdagen zitten er weer aan te komen, Sinterklaas hebben we, gelukkig zonder mij, al weer achter de rug. Het enige wat ik tegenwoordig nog leuk vind aan het Sinterklaasfeest is dat er in de winkels een overvloed aan gevulde speculaas wordt aangeboden, waarvan ik in die periode dan altijd te veel koop en dus ook teveel opeet.
Dan hebben we nu alleen nog kerst, oud en nieuw en dan gaan we gewoon weer verder met het volgende jaar, wachten op de zomer. Vroeger vond ik de feestdagen wel leuk, maar het is nooit echt één van mijn favoriete feesten geweest en de jaren dat ik niet op reis was met de rugzak stond ik bij de baas bovenaan het lijstje voor een ritje waarbij het altijd racen was om voor kerst weer thuis te zijn. Het is nooit gebeurd dat ik kerst, of oud en nieuw, ergens in de truck op een parkeerplaats in het buitenland heb moeten vieren, maar het gebeurde wel dat ik op 24 december ´s morgens in de Europort van de ferry uit England kwam rijden en dan nog met een grote machine op de trailer naar Antwerpen of zelfs het noorden van Frankrijk moest, zodat ik, als ik de lading eenmaal kwijt was, nog flink door moest rijden om voor de nachtmis (haha) thuis te zijn. Tussen oud en nieuw waren er ook regelmatig transporten van fabrieken, die gingen verhuizen, om in het nieuwe jaar op een nieuwe plek weer op te starten. Dan wilde het wel gebeuren dat je op oudejaarsavond tot laat nog onderweg was, maar dan smaakte de champagne, vond ik, altijd lekkerder als dat je de hele avond al had zitten eten en drinken onder het genot van meestal nutteloze conversaties en flauwe grappen, hoewel ik daar zelf ook wel wat van kan.
Ik heb dat nooit begrepen maar tussen kerst en oud wilden de meeste collega´s graag thuis zijn, koud buiten, dus bij de kachel hangen of spelletjes doen, eten, drinken, kerstfilmpje kijken en weer hangen, nee, dat was niets voor mij.
Mijn adrenaline voor de feestdagen ging eigenlijk pas echt stromen als ik onderweg kon zijn op die dagen. Lekker rustig op de weg en overal toch een andere sfeer en stemming dan in de rest van het jaar.
Zo herinner ik mij een ritje naar Zwitserland. Welk jaar het precies was weet ik het niet meer, het zal 1984/1985 zijn geweest, maar dat is ook niet van belang. Feit is dat ik een grote tank moest gaan laden in Rotterdam voor een chemiefabriek ergens vlak bij Zürich. Hij moest op een dieplader vervoerd worden (voor de leken voeg ik een foto toe bij deze blog). Hij is totaal 3.25 meter breed en 4.30 meter hoog, ook al ligt hij op z’n kant op de dieplader waardoor ik in Nederland en België met de benodigde vergunningen op de snelweg kan blijven, in Frankrijk mag je niet met speciaal transport op de Péage (snelweg) rijden. Hierdoor moet je door heel Frankrijk dus over de route nationaal, waardoor je wel een dag langer onderweg bent als over de snelweg. Het voordeel van de route nationaal is wel, dat je er veel betere plekken hebt om te eten en te slapen. Zo ook deze keer.
Rond een uur of vijf kom ik langs een ‘Le Routiers’ die ik op mijn lijstje heb staan als ‘goed’ met een ruime parkeerplaats. In de loop der jaren heb ik een soort van adresboek opgebouwd van restaurants in heel Europa waar je goed kunt parkeren, eten en overnachten en dat heeft me vaak geholpen mijn geheugen op te frissen, maar dit terzijde. Om de parking van de Routiers op te draaien, die iets lager ligt dan de weg, moet ik langzaam rijden omdat een tank meestal rond is en dus bij hevige schommelingen kan gaan rollen. Hoewel hij vast staat met voldoende spanbanden, maar je weet maar nooit wat er gebeurt. Nou er gebeurt precies wat ik niet had verwacht; doordat ik langzaam van de weg af iets omlaag rij, komt de onderkant van de dieplader, zo gauw de truck over het drempeltje van de weg af is, als een blok vast op het asfalt te staan.
Ik kan proberen wat ik wil maar ik kan niet meer voor of achteruit en luchtvering, zodat je alles even omhoog kan drukken, hadden we in die tijd nog niet. Daar sta ik dan, een volledige rijstrook van een redelijk drukke route nationaal blokkerend, op het spitsuur nog wel.
Vanuit het Routiers restaurant hebben andere chauffeurs al snel in de gaten wat er aan de hand is en de kijkers, maar gelukkig ook de hulptroepen, komen aangesneld. Een Franse chauffeur rijdt met zijn losse truck de weg op en installeert deze achter mijn truck, op de weg, met z’n paniekverlichting aan en alle oranje zwaailampen (4) die hij op zijn truck heeft, zodat er, nu het toch al begint te schemeren, er niemand op mijn dieplader kan rijden. Een andere chauffeur maakt mij duidelijk, mijn kennis van de Franse taal is niet dat je zegt vloeiend, dat er een collega van hem onderweg is vanuit het bos met een zware truck met boomstammen die ook dikke kettingen bij zich heeft en mij, volgens hem, zo los trekt. Over een kwartier is hij er, ik moet het eerst nog zien gebeuren. Hij zegt mij voor nu de auto op slot te doen en me niet druk te maken, alles komt goed. Een beetje steun die ik nodig heb want, je kunt je voorstellen dat ik me op dat moment niet echt happy voel.
Binnen neemt hij mij mee naar de bar en schenkt een glas wijn voor me in. Het restaurant ziet er gezellig uit, overal kerstversiering en kaarsjes op de tafel. Er staat ook een speciaal kerstdiner op het menu en een boom in de hoek, echt zo’n sfeertje van wat ik nou kerst vind, even genieten en dan weer verder. Op dat moment is het nog niet echt genieten, want de bomentruck laat behoorlijk op zich wachten en ik geef toe, voordat die er is heb ik geen rust en loop regelmatig naar buiten om te kijken of hij er al aankomt, wat geen zin heeft natuurlijk, maar ja, ik wil zo snel mogelijk van die weg af. Voor die tijd heb ik geen rust en ben er ook nog niet zeker van dat het zomaar gaat lukken mij los te trekken, de dieplader zit behoorlijk vast.
Het is al bijna 19.00 uur en stikdonker als ik voor de zoveelste keer naar buiten loop om te kijken en ik in de verte een boel zwaailampen in het donker aan zie komen. Even later komt er brullend, een of andere Amerikaanse monstertruck met een grote neus en een lading dikke boomstammen, uit het bos, achter op z’n trailer, de parkeerplaats op brullen. Hij verdwijnt naar achter het restaurant en ik denk dat hij het is vergeten, dat z’n collega hem heeft gebeld, maar nee, hij komt aan de andere kant van het restaurant recht op m’n truck afrijden en stopt een halve meter voor mijn bumper. We spannen een dikke ketting van zijn bumper naar mijn bumper en als ik achter het stuur ga zitten laat hij zijn motor brullen en rammelt een keer op z’n luchthoorn, ten teken dat hij begint te trekken. Ik ben voorbereid op het ergste maar centimeter voor centimeter trekt hij met veel lawaai mijn dieplader naar voren en dan, voor ik het besef, sta ik met de complete combinatie op de parkeerplaats…. kerstcadeautje.
Toen werd het aan de bar toch nog gezellig, heb met veel plezier diverse keren de glazen van de hulptroepen laten vullen en gezamenlijk hebben we, aan de grote stamtafel van de Le Routiers, van ons kerstmenu genoten onder het genot van nog een paar glaasjes wijn.
De volgende morgen ben ik al vroeg op pad, maar vergeet niet, voordat ik van de parkeerplaats rij, goed te kijken of er iets aankomt om dan, met veel gas, over de drempel te rossen, iets wat maar net goed gaat, ik hoor de onderkant van de dieplader luid over het asfalt schuren en de man met de bomen is al weg.
De rest van de rit verloopt goed, maar als ik bij de fabriek kom is er echter nog geen kraan om de tank van de dieplader te tillen. Omdat ik toch moet wachten word ik wel uitgenodigd om deel te nemen aan het jaarlijkse kerstmaal van het personeel in de kantine en in de namiddag van de 22e ben ik de tank kwijt. Ik blijf op de parkeerplaats van de fabriek overnachten en heb daarna dus nog 2 dagen om naar huis te rijden. Op 24 december om 20.00 uur rol ik het terrein van de thuishaven op. Thuis een lekker biertje en nog ruim op tijd voor het kerstdiner op 1e kerstdag, waar ik ook weer heerlijk van ga genieten, maar de beste sfeer rondom mijn kerst, die heb ík al gehad.
Aad Lubbe
Ik heb dit verhaal geschreven vanwege en op 09-12-2021 de ‘Dag van de Vrachtwagenchauffeur.’