Ik loop vanaf Valthe, door het veen, over de veenbrug richting Westerwolde. Voor zover je kunt kijken alleen maar moeras en veen, heel veel veen! Wat is het hier toch prachtig, denk ik in mijzelf. Het is wel uitkijken dat ik niet naast het houten pad kom want het moeras is zeer verraderlijk. Je kan de sporen van de karren in het hout zien. Door de jaren heen, zijn hier heel wat mensen en karren overheen gelopen en gereden, denk ik bij mij zelf. Je kunt wel zien dat het houten pad er al jaren ligt want het veen naast de brug groeit nog steeds. De brug ligt al behoorlijk lager dan het veen en ik denk “hoelang zal dit nog begaanbaar blijven in de toekomst”. Al denkend kom ik midden in het moeras terecht.
Zomer
Achter aan de dijk, ter hoogte van wat nu Bakkerslaan (Mondenweg ) is, ga ik even zitten, want lopen over de veenbrug vraagt toch wel concentratie. Met al die verschillende boomstammen je moet echt uit kijken waar je loopt. Het is hoog zomer en de leeuweriken zingen hoog in de lucht. In de verte hoor ik op hun bekende manier fazanten krijsen en vlak voor mijn voeten springt een partrijs weg. Ik schrik en zie dat ik bijna op zijn nest sta, dat goed gecamoufleerd is. Ik ga dus maar een eindje verder zitten want dat jonge leven wil je toch niet verstoren. En ik moet tegen de winter toch ook weer wat te eten hebben. Tevreden zie ik, dat ik mij geen zorgen hoef te maken, overal leven om mij heen hier in het laagveen. Ik neem een grasspriet in mijn mond en kauw er wat op, ook ga ik er bij liggen en kijk naar de zon die net achter een wolk verdwijnt. Hier fantaseer ik zo over het leven en over de toekomst hoe het er hier over honderden jaren zou uitzien. Mijn ogen worden zwaar, zou het veen nog verder aangroeien door alle vegetatie die hier groeit in het moeras. En hoe ver zal het nog groeien?
Wakker
Plots werd ik wakker en lig ik wel in het veen, maar geen houten brug meer te vinden. Ik denk dat ik droom en ga staan, maar ik hoor in de verte geluiden van mensen, ik loop er heen en zie armoedige mensen rond een vuurtje zitten bezig met schaftpannenkoeken en stip in de pot ook wel roerom genoemd. Ik vraag iets verward “wie zijn jullie, wat doen jullie?” Eén van de mannen kijkt mij vragend aan, “waar kom jij vandaan, van een andere planeet of zo? Wij zijn hier het veen aan het afgraven.”
Ik zeg “waar voor dan?” Zegt de man, “houd je mij voor de domme? Voor in de kachel natuurlijk, voor de winterdag als het hier koud is en ook voor de rest van Holland want zover als je kunt kijken tot aan Westerwolde zie je alleen maar veen.”
Ik zeg “oké, dat is duidelijk, maar wat zijn die houten palen dan die daar in het veen zitten?” Zegt die man “dat weten we niet, we vinden ze hier allemaal achter elkaar gelegd, het lijkt wel een brug. We vinden ze al vanaf plaats 1. We zitten nu op plaats nummer 30 en nog steeds palen. We denken dat ze doorlopen tot aan Valthe.” Ik schrik en op het zelfde moment komt er een mist opzetten en de stem van de man vergaat in de stilte van de mist…. ik denk nog steeds, droom ik nu?
Eerpels
Ik raak nu toch wel een beetje in paniek want ik hoor weer mensen. De mist trekt op en het veen is nu verdwenen. Ik zie alleen maar groen en zie de mensen niet. Ik loop op het geluid af liggen en er wel tien mensen op hun knieën. Ze trekken het groen uit de grond waar allemaal ronde dingen aanzitten. Ik kijk er vragend naar. Een van de mannen zegt “wel bist toe? Komst volgns mie nait van hier? Komst uut de stad of nog verder weg?” Ik weet mij even geen raad. Dit zijn eerpels, ik bedoel aardappelen, die eten wij hier maar deze gaan naar de fabriek. Maar wij rooien deze aardappels met de hand en met de kip-kar en paard worden ze naar de praam gebracht die hier in de wijk ligt en dan gaan ze naar de Scholtens – fabriek, maar deze gaan naar Terapelkanaal. “Oké”, zeg ik, “eten jullie die rauw?”
“Nee” lachte de man, “je moet ze eerst koken en met een beetje jus van het vlees smaken ze heerlijk.” Zover als je kunt zien zie je alleen maar aardappelen met af en toe een korenveld tot Westerwolde aan toe. “Waar is de veenbrug dan gebleven?” vraag ik. De man kijkt mij verwonderd aan. “Wat bedoel je?” Zegt één van de andere mannen. “Mijn opa had het er wel eens over toen die in het veen werkte, dat ze hier een brug hebben gevonden. Die liep van Valthe naar Westerwolde en niemand weet hoe die daar terecht is gekomen. Er wordt veel over gespeculeerd, maar niemand weet het zeker.”
“Oké” zeg ik, “duidelijk.” Maar dan zegt de man “we moeten weer aan het werk want de boer komt er aan en als wij ons best niet doen dan zwaait er wat!” Vriendelijk groet ik de harde werkers. Maar ik wil de boer ook wel even spreken en loop op hem af. De boer vraagt “zoek je werk?” “Nee” zeg ik. “Dan van mijn land af” zegt de boer, “want aan lanterfanters heb ik niks.”
Machines
Ik loop snel weg via de laan naar iets in de verte waar allemaal gebouwen van steen staan en allemaal naast elkaar gebouwd. Net een lang lint en wanneer ik dichter bij kom zie ik een bord. Maar op dat moment wordt het ook weer mistig en zie nog net Valthermond staan. Ik snap er niks meer van, wat een rare droom. Ik loop aan de wijk maar gewoon door en dan opeens…. Alleen maar lawaai en de mist trekt weer op. Nu zie ik een grote machine naast mij die het koren maait en een machine met een ding voor een kar. Ik denk bij mijzelf, mijn droom wordt een nachtmerrie. Maar op dat moment zegt een stem “pas op meneer, loop niet zo te dagdromen anders komt u nog onder de wielen van deze machine terecht!” Ik loop maar door, nog totaal verward van de emotie van het moment en zie op dat moment ook nog dingen met veel lawaai rijden over een weg naast mij. Dan kom ik bij een rotonde en loop ik nu over een verharde oppervlakte, helemaal zwart. Opeens een hoop getoeter waar ik van schrik. Achter mij staat er iemand te schreeuwen dat ik aan de kant moet.
Molens
Verschrikt spring ik opzij en denk; waar ben ik? Het blauwe bord Valthermond staat er, dat had ik net ook al gezien voor ik de mist in liep. Wat gebeurt er toch? Wat is dit? Ik draai in het rondte en val dan van verbazing op de grond. Ik zie reuzen met wieken aan hun hoofd, enorme molens, zover ik kan kijken. Molens voor mij en achter mij, van Valthe tot aan Westerwolde….. alleen maar molens. Heb ik een klap van die molen gehad, of loop ik met molentjes? Ik hoor in mijn achterhoofd ook nog een liedje “daar bij die molen….” Ik snap er niks meer van. Molens van wel 700 turven hoog en ik denk “dat kan niet, niemand is zo gek om zulke dingen te plaatsen. En waarvoor? Waarom ? Ik kan niks bedenken.” Niemand is toch zo gek om dit te doen en mijn hersenen kraken. Op dat moment voel ik me niet goed en alles begint te draaien. Ik hoor een stem…”hallo meneer, hallo” en ik doe mijn ogen open. Er staat een handelsreiziger over mij gebogen. Ik stotter en vraag “waar ben ik?“
Dromen
“In het moeras” antwoordt de man. Ik kijk om me heen, en ja waarachtig, ik ben weer op de houten brug. “Ik heb gedroomd” zeg ik tegen de man. “Een hele gekke droom, ik zag allemaal molens, hele grote molens, enorm groot en draaiend in de wind. Wel meer dan honderd en zover als je kon kijken van oost naar west van zuid naar noord, alle kanten waar je heen keek”. Het is even stil, de man kijkt mij aan en zegt “ik ben een handelsreiziger en ik heb al vele verhalen gehoord en ben bijna al overal geweest. Ver achter het moeras, op plaatsen waar ze andere talen spreken maar zo’n verhaal als jij nu vertelt, dat slaat alles.” De man stapt op zijn kar, getrokken door een muilezel, en lachend rijdt hij weg over de hobbelige brug. “Droom rustig verder mijn vriend. Ik geloof eerder dat er vrede op aarde komt, dan dat er een toekomst is met molens, niemand in deze wereld kan zoiets bedenken.”
Ik vervolg mijn eigen weg over de hobbelige houten veenbrug en denk “wat is het hier toch vredig in het moeras. En stil, vooral stil, en zover ik kan kijken alleen maar moeras waarin de brug in de verte verdwijnt in de horizon.” Dit is goed denk ik, die molens verdwijnen nooit meer aan de horizon en nee dit was geen droom. Een nachtmerrie was het! Een houten pad dat veranderde in een windmolen? Het idee alleen al.
Een verhaal van een toekomstige mondker