Julia was wat langer op school gebleven, om juf te helpen om de klas gezellig te maken voor kerst. Ze hadden zilverkleurige sterren op de ramen geplakt. Daarna had juf de lichtjes in de kerstboom gehangen. En zij mocht de kerstballen een plaatsje geven. Met alle tevredenheid hadden juf en zij er naar gekeken. Wat was het toch een mooie boom, een droomboom! “Julia, nu moet je gauw naar huis gaan hoor, want mama weet niet waar je blijft. Vanavond moet je hier terug zijn voor de kerstviering op school. Fijn dat je me geholpen hebt.” Julia had geglunderd. Ze vond het fijn om juf te helpen met het versieren van de kerstboom op de Rehoboth school.
Het wordt al donker als Julia naar buiten gaat. De lantaarnpalen in de Rooilaan gaan al aan. Het is koud buiten en Julia duikt nog dieper in haar jas. Ze is blij dat ze handschoenen bij zich heeft. Om de hoek Rooilaan/Vrijheidslaan staat ze even stil. De mensen die daar wonen hebben iedere jaar rond kerst hun vlaggenmast versiert met prachtige lichtjes. Ze loopt langzaam verder en waar de gordijnen nog open zijn, gluurt ze naar binnen. Bijna overal branden lichtjes, ook lichtjes van de kerstbomen. Wat ziet het er allemaal gezellig uit! Julia vind het jammer dat ze thuis geen kerstboom hebben.
Ze had al een paar keer aan mama gevraagd, “wanneer halen we een kerstboom?” “Er komt dit jaar geen kerstboom Julia, mama heeft het geld er niet voor! Door de oorlog in Oekraïne en de gestegen prijzen, kan mama niet alles betalen.” Net toen ze wilde gaan mopperen dat er tegenwoordig nergens geen geld meer voor is, zag ze mama stiekem met haar zakdoek een traan wegvegen. Julia zuchtte. “Dus er komt dit jaar geen kerstboom?” “Nee lieverd, ik weet niet waar ik het geld vandaan moet halen, nu papa…..” En voor mama haar zin af kon maken, rolde er een dikke traan over haar wangen, gevolgd door nog één en nog één en nog veel meer. Mama kon haar tranen niet meer tegen houden. Julia had haar mama een dikke knuffel gegeven. “Het geeft niet mama, misschien krijgen we volgend jaar wel een boom.” Door de tranen heen had mama, Julia een dankbaar lachje geschonken.
Heel diep in haar hart vindt Julia het wel erg. Ze houdt zo van kerstfeest met al die lichtjes. Ze wordt er vrolijk van en kijkt er iedere jaar weer naar uit! En dit jaar helemaal nu papa er niet meer is. Maar dan denkt ze weer aan mama, hoe die haar best doet om de eindjes aan elkaar te knopen en voor haar te zorgen. Er is altijd eten, ook al komt het van de voedselbank waar mama om de veertien dagen heen gaat in Valthermond. Weer neemt ze zich voor om flink te zijn. Terwijl ze ´s avonds samen naar de Rehoboth school lopen, voor de kerstviering, kijkt ze hier en daar nog naar binnen. De meeste gordijnen aan de Vrijheidslaan en Rooilaan zijn gesloten. Maar vanavond gaat ze naar school om kerst te vieren met de klas en ouders.
Als ze de klas inkomen, houdt ze haar adem in. Juf heeft alle lichtjes uitgedaan. Kleine lichtjes flonkeren in de klas. Maar het allermooiste is toch de kerstboom! De lichtjes weerkaatsten op de ballen die zij in de boom heeft gehangen.
Terwijl ze na afloop naar huis lopen via de Rooilaan, zegt ze, “het was een mooie avond mama. En wat vond u van de kerstboom?” “Heel mooi Julia, de boom was mooi versierd. Je hebt goed je best gedaan!”
Toen ze thuis waren pakte Julia het tasje uit, wat alle kinderen op school hadden gekregen. De inhoud legde ze op de keukentafel: een sinaasappel, twee kerstkransjes een bitterkoekje en een kaart van school. Maar onder in de tas zat nog iets. Het is een roze kaarsje in een glazen potje, en het ruikt echt naar rozen. Maar er hangt ook een kaartje aan. Op het kaartje staat ‘voor Julia’. Ze slaat het kaartje om en daar staat een gedichtje, speciaal voor haar:
Lichtpuntjes
Soms zijn ze groot
Soms zijn ze klein
Je hoeft ze niet te zoeken
Je kunt ze zelf ook zijn!
“Kijk eens mam! wat ik van juf heb gekregen.” Met trots laat ze het kaartje zien. Mama leest het kaartje en geeft het terug aan haar. “Julia”, zegt mama, “wat is dit een prachtig gedichtje!” Julia knikt. “Weet je wat het betekent?” “Nou ja, een klein beetje wel mam. Ik denk dat het over de lichtjes in de kerstboom gaat die in onze klas staat”, zegt Julia. “Maar je kunt het gedichtje ook op een andere manier lezen Julia. Een lichtpuntje kan ook iets prettigs betekenen, zoals de kaartjes die we vorige week zomaar kregen om naar Wildlands in Emmen te gaan. Of de mooie kerstviering van vanavond op de Rehoboth school. Maar ook dat we met kerst vieren dat Jezus is geboren”. Julia knikt blij, ja dat begrijpt ze wel!
“Dat zijn best heel bijzondere lichtpuntjes, maar je kunt zelf ook een lichtpuntje zijn”, zegt mama. “Hoe kan dat dan?” “Nou, je hebt juf geholpen met het optuigen van de kerstboom in jullie klas. Dat vond ze toch fijn?” Julia knikt, “of toen je mij vanmiddag troostte. En dat je vanavond op school naast Tessa ging zitten, die helemaal geen vriendinnetje heeft.” Julia straalt. “Dus toen was ik een lichtpuntje. Maar mama, u bent mijn lichtpuntje”, roept Julia het uit! “U zorgt altijd goed voor mij, ondanks dat u hard werkt, bent u er altijd voor mij!” Mama glimlacht. “Weet je mama, deze lichtpuntjes zijn misschien nog wel mooier dan alle lichtjes in de kerstboom, op de hele wereld!” “Nou, dat weet ik wel zeker”, zegt mama.
“Julia, kom eens naast me staan hier bij het raam”. Ze schuift het gordijn wat opzij en kijkt omhoog. Het is een heldere avond en je ziet overal sterren. “Dat zijn ook prachtige lichtpuntjes”, zegt mama zachtjes. “En daar is de hemel, waar papa woont”. Zonder wat te zeggen, kijken ze een poosje naar de sterren, denkend aan hem die ze zo missen!Maar plots roept Julia opgetogen “mama kijk….daar is onze kerstboom!” Mama kijkt weer naar beneden en dan ziet ze het meteen. In het ‘Aukje Wolf park’, vlak achter hun huis, staat een boom versiert met wel tweehonderd stralende lichtjes. Schitterend……speciaal voor hen!
Jan H.Ottens