Bij de echt grote voetballers zie je steeds meer dat hen wordt gevraagd om eens het elftal samen te stellen met hun favoriete voetballers. En zo een All Star team samen te stellen. Dat leek mij ook wel eens leuk. Maar heb niet het gevoel dat de VI (Voetbal International) mij dat gaat vragen. Ook de minder aansprekende voetbalbladen (ons voetbalkrantje) zullen mij dit niet vragen. Dus dan maar zelf initiatief nemen.
Een elftal begint met de keeper. Direct al een probleem. Moet wel kiezen voor vriend en medeoprichter van de dorpskrant Andre Weitering. Maar als reservekeeper kies ik voor Otto Grooten. De man met de meest originele redding gedaan door een keeper. Dat soort safes die je ziet in de eredivisie. Hoe dat ging dat is misschien wel leuk om te vertellen. Het was in de tijd van de oude buitenspelregels…
Een speler van SVBO speelde drie verdedigers van ons team uit en ging alleen op weg naar onze doelwachter. Otto kwam heel rustig het doel uit. Handje omhoog sprekend tegen de speler: “Ho maar. Scheids heeft allang gefloten voor buitenspel.” Tegenstander boos, schiet de bal kwaad richting veld 8. En vervolgens compleet over de rooie naar de scheidsrechter. Waarom fluit je? Ik doe alles zelf! Dit kan nooit buitenspel zijn! Waarop de scheids zegt: “Ik heb helemaal niet gefloten voor buitenspel!”
Dan komen de backs aan de beurt. Ook hier kies ik voor de backs met de meeste verhaalwaarde. Rieks Homan en Roelof Berends. Rieks ook een echte teamspeler. Toen een niet geheel fitte en objectieve clubscheidsrechter neefje Roelof, geheel terecht volgens de spelregels, rood wou geven sprak de Rieks de historische woorden: “Als je hem rood geeft, kun je mij ook gelijk rood geven. Want ik pak je.” Rood werd opgeborgen en ingeruild voor een terecht standje voor Roelof. Roelof Berends is de back aan de andere kant. Roelof was/is niet de meest verfijnde voetballer. Maar wist dat om te bouwen tot zijn kwaliteit. De beste man was wel eens een keer wat ongelukkig met het bespelen van zijn rivaal. Daar had zijn rivaal best wel eens last van. Roelof hielp zijn tegenstander dan weer omhoog met een vriendelijke lach. Een lach waarin je geen kwaad vermoeden. Ook niet als scheidsrechter. En als dhr. Berends dan ook nog verontschuldigend zijn armen opstak en tegen de oprukkende scheids zei “Sorry scheids, maar ik kan niet voetballen”, verdween de kaart weer snel in het bovenzakje.
Komen we bij de centrale verdedigers. Kies ik voor Geert van der Heide en Erik Moller. Ook om de verhaalmogelijkheid. Geert van der Heide vanaf 16 meter eens keihard een bal in de bovenhoek zien koppen. Schitterend doelpunt. Alleen in het eigen doel. Erik Moller hield voor een belangrijke wedstrijd zijn befaamde speech. Koppie d’r bij, voetballen begint bij goed verdedigen. Let op bij dode spelmomenten. En meer van deze teksten. En binnen vijf minuten had Erik twee keer in eigen doel gescoord. Wedstrijd naar de bliksem.