‘Wijkagent ben je voor het leven’

 

Wijkagent Hans Walvius, wie kent hem niet. Deze keer sprak ik in de verhoorkamer van het politiebureau met de wijkagent van Valthermond. Een gesprek waarin de veelzijdigheid van zijn beroep aan de orde komt en het plezier dat hij aan zijn werk beleeft.

 

Onze wijkagent Hans Walvius (1959) is geboren en getogen in Emmen. Nu woont hij, zoals naar zijn mening een goed wijkagent betaamt, met echtgenote in Valthermond. Hun drie kinderen hebben inmiddels ook de weg gevonden binnen het politiewerk. Zoon en één dochter werken bij de politie, de tweede dochter bij Justitie. Hoe kan het ook anders denk ik, als Hans vertelt dat ook zijn vader politieagent in Emmen en Amsterdam was. Los daarvan heeft hij nog tenminste drie familieleden die in dit ‘vak’ werkzaam zijn. Kortom, de liefde voor het politiewerk lijkt in de genen van de familie Walvius te zitten. Hij vertelt er met veel plezier over.

Overigens was Hans niet direct voorbestemd om ook de beroepsrichting van zijn vader op te gaan. Na een studie aan de Havo en de Kweekschool kwam Hans terecht aan de balie van de Rabobank in 2e Exloërmond. Maar de stap richting bedrijfsleven gaf hem uiteindelijk geen voldoening, hij solliciteerde in 1977 bij de douane. Dat paste beter bij hem. De veldsurveillances langs de oostgrens met Duitsland en het veelzijdige werk in de havens van Rotterdam leverden uiteraard spanning en af en toe sensatie op, maar dat niet alleen. Juist in deze periode heeft hij, naar eigen zeggen, de nodige mensenkennis opgedaan. Kennis en ervaring, die hem tot op de dag van vandaag te pas komt.

Bij het openstellen van Europese binnengrenzen stapte Hans in 1990 over naar de toenmalige Rijkspolitie. Na het afronden van de studie aan de politieschool Harlingen werd hij wachtmeester 1e klasse bij de landgroep Groningen. Dat betrof onder meer de gemeenten Slochteren en Scheemda die niet over een eigen gemeentepolitie beschikten. Zijn politieactiviteiten bij de landgroep, zo beschrijft Hans, waren vergelijkbaar met wat hij nu in zijn takenpakket als wijkagent heeft: “Zorgen voor een daadwerkelijke handhaving van de rechtsorde en hulp verlenen aan hen die deze behoeven.” Deze tekst komt uit de oude Politiewet en beschrijft heel mooi de eigenlijke hoofdtaak van elke politieman en -vrouw.

Na het samengaan van Rijks- en Gemeentepolitie kwam hij te werken bij de Verkeersafdeling en werd hij motoragent bij de Regiopolitie. Zijn werkgebied verschoof daarbij naar Drenthe waar hij als motorrijder en ‘bewaker van de snelwegen’ terecht kwam bij de AVD (Algemene Verkeersdienst). Vanuit Assen werd Hans ingezet bij de snelwegsurveillance. Maar ja, ook daar is hij niet gebleven. Via de regiopolitie werd hij steeds meer ingezet bij noodhulp, hulp bij incidenten die met spoed inzet van de politie nodig hebben. Hij bleef wel motorrijder. Aanvankelijk nog in Klazienaveen en Assen maar uiteindelijk in 2010 in Exloo, als wijkagent in de rang van Brigadier/Senior GGP. En in die rol voelt hij zich helemaal senang.

Wijkagent met hart en ziel

Hans Walvius ziet zichzelf primair als medebewoner van het dorp Valthermond. Hij kent het dorp met zijn vele activiteiten maar ook met zijn ‘streekeigen’ sociale problematiek. Hij wordt in die rol betrokken bij de organisatie van tal van evenementen maar geeft ook voorlichting op scholen, zowel aan leerlingen als aan verkeersbrigadiers. Het is vooral de sociale kant in zijn werk die hem trekt. De ene keer is dat het sussen van een burenruzie over een tuinhekje en de andere keer een uit de hand gelopen relatieprobleem. In Valthermond kent men de wijkagent Hans Walvius en weet men hem te vinden als dat nodig is.

Hoewel hem kennen nog iets anders is dan hem kunnen bereiken, zo heb ik ervaren. Mij lukte het alleen via een webformulier contact met Hans te krijgen. “Zo werkt het tegenwoordig,” geeft Hans aan. “Een aantal jaren terug had ik nog een werkplek in het oude Brughuus, maar dat is helaas verleden tijd.” Overigens vult hij nog aan met te zeggen “Wie mij eenmaal ontmoet heeft, kent mijn telefoonnummer en kan altijd rechtstreeks contact zoeken.” Het nummer zou wat hem betreft ook in de Kiek geplaatst mogen worden.

Zoals hiervoor al beschreven was het voor Hans geen roeping om wijkagent te worden. Maar als hij terugkijkt dan vervult hij ‘het mooiste beroep ter wereld’. Het is in zijn ogen heel veelzijdig en enorm afwisselend. Hij staat ermee midden in de maatschappij en wordt dan ook bij tal van zaken betrokken. Hans loopt niet op straat met het bonnenboekje in de hand en deelt, vanwege zijn relatie met het dorp, weinig tot geen bekeuringen uit. Wel zegt hij er ten overvloede bij ‘zolang de wet niet wordt overtreden’. Hij ziet zichtzelf ook als de bemiddelaar die zo nodig doorverwijst naar hulpverlenende organisaties. Het sociale aspect vormt de hoofdmoot in zijn functie.

 

 

Hans werkt niet alleen in Valthermond, hij doet dat ook in Tweede Valthermond, Eerste en Tweede Exloërmond, Exloërkijl, Zandberg, Kavelingen, Valthermussel, Exloërveen en Boermastreek. Op mijn vraag of er onderscheid is tussen de mensen ‘op het zand’ en die ‘in het veen’ antwoordt hij bevestigend. In het veen lijken de lontjes soms korter en op het zand duren de discussies vaak langer én er is naar zijn mening onderscheid in achtergrond en gewoontes. Als wijkagent probeert hij daarmee te dealen. Hij toont zich betrokken en voelt zich daardoor helemaal thuis en geaccepteerd; de mensen weten wat ze aan hem hebben. Als hij alles nog eens over moest doen, dan werd hij weer wijkagent, zo verzekert Hans mij.

 

De kleding

Tijdens ons gesprek heb ik met enig ontzag gekeken naar zijn kleding en alle toebehoren aan zijn riem. Ik ga het rijtje voorwerpen dat daar aanhangt even langs: telefoon, ‘het’ pistool, pepperspray, handboeien, wapenstok, handschoenen, extra patronen, zaklamp, tourniquet (een knelband voor het afbinden van bv. slagaderlijke bloedingen), een lamp en een multitool zakmes. “En dan bof ik nog” grapt Hans, “dat mijn riem vanwege mijn postuur wat langer is dan gemiddeld.”

Op de ochtend van ons gesprek werd nog bekend gemaakt dat daar voor iedere agent een tacer bijkomt. “Die komt op mijn heup te zitten” weet Hans te vertellen. Op de schouder van zijn steek- en kogelwerend vest hangt bovendien nog een portofoon met een ‘oortje’ zodat niet iedereen kan meeluisteren. Was dat het dan? Nee, nog niet. Als het nodig is draagt Hans ook nog een bodycam. Dat alles voor zijn eigen en voor onze veiligheid. Ik heb vergeten te vragen wat dat allemaal weegt.

Inzetbaarheid

Hans besteedde aanvankelijk 80% van zijn tijd aan de rol van wijkagent en 20% aan noodhulp. Inmiddels is die verhouding fiftyfifty en hij betreurt dat. Dit is een bewuste keuze van de politieorganisatie, die brede inzetbaarheid verlangt in een gebied met een beperkt aantal agenten.

We komen ook nog even te spreken over vandalisme. Een kennelijk onuitroeibare tak van sport voor veel (oudere) jongeren. Hans noemt als voorbeelden de schades die aangebracht worden op schoolpleinen, het slopen en stelen van verkeersborden en het ongevraagd ‘aanpassen’ van wegafsluitingen als die de jongeren niet aanstaan.

Als wijkagent spreekt hij de jongeren en natuurlijk ook hun ouders hierop aan. Hij geeft daarbij de voorkeur aan een opvoedkundig gesprek in plaats van een proces verbaal. ‘Ik ben vriendelijk als het kan, maar streng als het moet’ zegt Hans en hoopt daarmee op de lange termijn erger te voorkomen.

Ook een drukke wijkagent heeft ontspanning nodig. Die vindt Hans in auto- en motorsport en veel wandelen met de hond. In de natuur en in het veld combineert hij veldsurveillance met handhaving van groene wetten. Kop in de wind, het hoofd leegmaken, de wandelknooppunten uit de omgeving langs. Hij geniet er zichtbaar van als hij dat zegt.

Zijn dorp

Over een aantal jaren gaat Hans Walvius met pensioen en dan zullen we hem ongetwijfeld missen. De wijkagent die betrokkenheid toont voor de bewoners van ‘zijn’ dorp, die betrokken meeleeft en rustig en kalm optreedt waar dat nodig is.

Het was even lastig om in contact met Hans Walvius te komen, maar hij is heel benaderbaar kan ik verklappen. De redactie van de Kiek op de Mo(a)nd zal dan ook proberen om hem ook in de komende jaren nog wat goede raadgevingen en verhalen te ontfutselen. Wordt vervolgd..

Richard Westerhof