Zomaar een zomerse dag in Valthermond

Na de vraag van de redactie om weer een nieuw verhaaltje in te leveren heb ik wel weer wat te vertellen. Het is geen vakantieverhaal geworden omdat deze zomer  in z’n geheel is opgegaan aan een verbouwing van mijn huis en heb dus geen tijd gehad om op vakantie te gaan. Maar één dag uit de verbouwing is al genoeg voor een verhaal.

Het begint al ’s morgens als mijn maatje en ik even een pauze houden voor een kop koffie en een broodje, als er plotseling een grote zwarte hond kwispelend de tuin in komt rennen en vrolijk om ons heen begint te draaien. Op de opdracht die wij hem/haar geven, zijn/haar baasje weer te gaan zoeken, wordt niet gereageerd. Als ik met hem/haar naar de straat toe loop om hem/haar aan zijn baasje terug te geven is er niemand te zien, al helemaal niet iemand die een hond mist en trouw volgt hij/zij mij weer terug de tuin in en gaat lekker in het gras liggen rollen. Meer dan een uur volgt hij/zij mij overal waar ik ga en zelfs als ik de schuur hout ga zagen en de deur achter mij sluit zit hij/zij kwispelend voor de deur te wachten. Op zeker moment is hij/zij echter verdwenen en hebben we haar/hem niet meer terug gezien.

Tot in de middag werken we verder, hoewel de temperatuur op het plekje waar we bezig zijn oploopt tot misschien wel 35 graden. Als het wandje klaar is gaat mijn maatje aan een ander klusje beginnen en ik neem de kwast ter hand om het net afgewerkte wandje, dat nu in de schaduw terecht is gekomen, in de verf te gaan zetten, na eerst de vloer goed te hebben afgedekt met houten platen om te voorkomen dat er verfspetters op het onbehandelde vloerhout terecht komen. Ik verf van de vloer af omhoog en voor de bovenste planken moet de trap erbij komen. Na een uur zit alles goed in de verf en heb ik geen spetter gemorst op de vloer, zelfs niet op de beschermende platen.

Al ik het trapje afstap gaat het echter mis, helemaal mis, ik weet niet wat er gebeurt, maar als ik onderaan de trap sta zie ik de verfpot naar mij toe wankelen en weet hem nog weer overeind te drukken om erger te voorkomen, maar moet met grote verbazing toezien hoe een grote golf rode verf op mij afkomt en over mijn benen en schoenen stroomt. Een gedeelte van de golf echter vliegt door de lucht, spat uiteen op de beschermende platen en vestigt zich tegen de deur en over de onbehandelde vloer, terwijl er ook nog een stroompje verf langzaam, tree voor tree, van het trapje af komt lopen. Op de serie woorden (die ik hier niet ga opschrijven), die ik uitroep, komt mijn maatje aangerend en vraagt wat er aan de hand is, wat bij het zien daarvan een overbodige vraag is.

Door onze snelle reactie, de platen, de trap en de pot verf op het grasveld te plaatsen, daarna water, doeken en borstels te zoeken en als een bezetene de op de vloer en tegen de deur terecht gekomen verf te lijf te gaan kunnen we de schade beperken. Het enige puntje is dat mijn been na de behandeling door de borstel nog net zo rood is als toen de verf er op zat en dat ik mij niet meer kan vergissen bij het aantrekken van mijn schoenen, de rechterschoen is nu rood.

Het volgende uur verloopt rustig zonder bijzonderheden maar als ik op het punt sta naar mijn afspraak bij de kapper te gaan word ik gebeld door een medewerkster van de kapsalon die mij vertelt dat mijn kapster is getroffen door corona en de knipbeurt dus weer een week moet worden uitgesteld. Dat is nu al de vierde keer dat mijn afspraak om diverse redenen moet worden verzet.

Het voordeel hiervan is dat ik nu iets langer tijd heb om te eten voordat ik naar de studio van de plaatselijke omroep moet om mijn radioprogramma te presenteren waar, als ik daar aankom, de apparatuur niet blijkt te werken en ik dus geen muziek de lucht in kan krijgen.

Na enig proberen er iets aan te doen, wat mij niet gaat lukken, bel ik onze technische man om advies. Die neemt helaas de telefoon niet op waarna ik besluit dan maar alle schuiven dicht te zetten, het licht uit te doen en naar huis te gaan, waarschijnlijk enkele luisteraars teleurgesteld achterlatend nu ze hun Bluesuurtje moeten missen.Thuis gekomen geniet ik nog even van mijn, toch wel mooi geworden rode wandje en ga op tijd naar bed, niet wetend wat de dag van morgen weer zal brengen. Maar één ding is zeker, ik heb vanaf nu wel een rode en een zwarte schoen. En misschien een aantal kunstwerken voor aan de wand.

Aad Lubbe