De zomervakantie is weer (bijna) ten einde en ook Crisje is lekker even weg geweest. Nu staan vakanties in het algemeen bekend om ontspanning, avontuur en nieuwe ervaringen. Dat vinden wij zelf ook, even weg van thuis, nieuwe indrukken opdoen, ander eten eten, nieuwe mensen en omgevingen verkennen; dat is waar wij altijd naar uitkijken.
Maar stel je eens voor dat je niet alleen je koffers moet inpakken, maar ook vier enthousiaste windhonden moet voorbereiden op het avontuur. Het klinkt als niets bijzonders, maar wie ooit op vakantie is gegaan met vier windhonden, weet dat dit een enorme uitdaging kan zijn.
Laten we eerlijk zijn, (onze) windhonden zijn lief, aanhankelijk en over het algemeen graag bij ons, dus hier in de buurt zijn we nooit zo bang dat ze er vandoor zullen gaan of veel stress ervaren als dingen even wat anders gaan dan normaal. Dat is echter héél anders als we op vakantie gaan!
De eerste uitdaging begint al bij het kiezen van de bestemming. Niet alle locaties zijn geschikt voor windhonden. Met vier honden hebben we veel ruimte nodig, waar ze kunnen slapen, rennen en spelen. Een klein appartement aan een drukke straat is niet bepaald hun ideale speeltuin. Dus begint de speurtocht naar een locatie met voldoende groene velden en open ruimtes. En dan het liefst veilig omheinde groene velden, want met vier grote (ze variëren in grootte van 14 tot 27 kg, met een schofthoogte tot 72 cm) en oersterke honden, met een fors jachtinstinct, ga je niet zomaar overal een ontspannen aangelijnde wandeling kunnen maken.
Dus zoeken naar hond vriendelijke accommodaties; hotels vallen al snel af. Als er al honden welkom zijn, is dat meestal beperkt tot één of maximaal twee, maar nooit vier (tenminste niet in hotels waar je zelf nog enigszins een vakantiegevoel zult hebben). Appartementen of huisjes zijn er wel wat meer, en ook hele leuke! Het is helaas soms lastiger dan gedacht om het onbegrip en de vooroordelen weg te nemen wanneer we uitleggen dat we niet één, niet twee, maar vier windhonden meebrengen. Na herhaaldelijk uitleggen dat het geen galopperende paarden zijn en dat ze doorgaans rustiger zijn dan een gemiddelde poedel , willen eigenaars van huisjes dat dan nog wel geloven. Maar vervolgens vragen we naar de omheining en leggen we uit dat we juist géén hertjes, zwijnen en konijntjes door de tuin willen zien dartelen. Omdat die ene échte jager die we hebben dóór de ramen zou vliegen als ze dat ziet en wij dan niet kunnen instaan voor het leven van het wild (of de tamme, oh zo aaibare poes van de buren). Dan blijkt vaak dat het huisje tóch niet zo geschikt is voor ons.
Dus blijft over; kamperen. Gelukkig vinden wij dat zelf erg leuk dus dat is voor ons geen straf. Wij zoeken dan wel een ‘Hondencamping’; bij voorkeur met omheinde plekken, met faciliteiten voor honden en waar, héél belangrijk, alle gasten honden hebben. En je je dus niet bezwaard hoeft te voelen als je hond blaft, per ongeluk ergens poept waar het niet hoort en je je hond niet de hele dag aangelijnd hoeft te houden. Tenslotte hebben zij ook vakantie!
Het allerfijnste is het als we op die camping in een kant en klare accommodatie kunnen, er table d’hote is en de mogelijkheid om lekker wat te drinken, een ijsje te eten en te zwemmen. Een restaurant, terrasje of zwembad bezoek je namelijk ook niet zo makkelijk met vier honden.
Met deze wensen op zoek gegaan en precies dát gevonden; in de Auvergne in Frankrijk. Maar wacht eens even; dat is meer dan 1200 km rijden, dus dat betekent minimaal één overnachting! Liever nog twee, want een van de honden heeft een hekel aan autorijden en jankt alles bij elkaar als we te lang onderweg zijn. En heel regelmatig stoppen langs de route om de honden te laten plassen en de benen (poten) te laten strekken. Niet ongevaarlijk langs de Franse wegen, dus altijd stressvol, voor ons én voor de honden.
Dan toch onderweg maar in zo’n vies, aftands snelweg hotel waar je met vier honden welkom bent? Nou, liever niet! Dat wordt onderweg ook maar een camping. Dat betekent dus nog wat meer bagage…
De honden hebben zelf in de auto al behoorlijk wat ruimte nodig, naast hun bagage…vier benches met extra dekens, twee grote tonnen met voer, truitjes voor de koude nachten, reserve halsbanden en tuigjes (er gaat wel eens wat kapot en een standaard halsband is niet geschikt voor een windhond) en natuurlijk wat speeltjes. Al gauw meer bagage voor hen dus, dan voor onszelf!.
Onze Renault Express zit al vol met de honden in hun autobenches, waar laten we de rest? Och dan hangen we er een aanhanger achter, dan krijgen we alles wel mee. Op de aanhanger een daktent, dat maakt de overnachtingen onderweg al een stuk eenvoudiger. Een nachtje bij vrienden in België (ook met windhonden, groot feest dus voor alle honden) en halverwege ook een leuke camping municipal gevonden, met een fantastische beheerder die liever honden ziet dan kinderen. (Voor tips; mail de redactie). Natuurlijk gebeurden er onderweg ook nog allerlei onverwachte dingen (gelukkig geen autopech langs de snelweg, loslopende katten of weggelopen honden!) waar we ter plekke iets op moesten verzinnen.
Het was een hele onderneming, maar we kwamen uiteindelijk veilig (en vermoeid) aan bij de hondencamping. Ondanks al deze uitdagingen en verrassingen, hebben we een heerlijke vakantie gehad! We ontmoetten andere hondenliefhebbers op de camping, de honden hebben genoten en laten zien hoe makkelijk zij zich kunnen aanpassen in een nieuwe omgeving, waardoor wij ook konden ontspannen met een drankje, aan de table d’hote of in het zwembad.
En de terugreis was natuurlijk weer dezelfde opgave als de heenreis… Dus, de volgende keer dat je mij hoort praten over vakantieplannen met onze vier windhonden, herinner me dan even aan de uitdagingen, stress en gesjouw en de vermoeidheid ná deze vakantie. Grote kans dat ik dan toch liever écht relax in eigen tuin!
Annemieke Kok