Jelke Bosch

Kiek op de Mo(a)nd

Sinds kort is Annemieke Kok aan het redactieteam toegevoegd. Zij neemt het stokje van Richard over. Hieronder haar eerste interview. Binnenkort zal Annemieke zichzelf aan jullie voorstellen.

 

Volgens zijn oudste dochter heeft Jelke wel de nodige interessante verhalen te vertellen aan de Kiek. Dus voor mijn eerste interview ging ik op weg naar het Zuiderdiep. Jelke begon al met zeggen dat hij al vaker geïnterviewd was voor verschillende krantjes, aan zijn vertellingen zou het dus niet moeten liggen…

In januari wordt Jelke 90 jaar, dat zijn een heleboel herinneringen bij elkaar in één persoon! Logisch dus dat de ene anekdote de andere uitlokte en er van enige regie van mijn kant weinig sprake was in dit interview. Maar misschien was het juist daardoor een leuk en geanimeerd gesprek over allerlei gebeurtenissen uit het leven van Jelke.

 

WO II

Een paar van de verhalen die op mij veel indruk maakten komen uit de periode van de tweede Wereldoorlog. Jelke was aan het eind van de oorlog 12 jaar, dus hij heeft veel actieve herinneringen aan die periode.

In heel het land heerste armoede, overal waren schrijnende tekorten, ook aan brandstof voor de kachels. In Valthermond voeren duizenden turfschepen af en aan om de rest van het land te bevoorraden met iets waar hier overvloed van was. Er werd dan ook niet heel zorgvuldig geladen, er viel nogal eens wat naast het schip of van de wipkarren af. Niemand nam de moeite om dat dan op te ruimen, zoals Jelke zegt “in ‘t veen kijkt men niet op een turfje”.

Maar toch ging hij er ‘s ochtends heel vroeg, in het donker, zodat niemand het zag, met zijn vader op uit om een paar wipkarren turf te halen bij veenboer Zijlma voor thuis. Ook zij hadden het graag warm en veel geld hadden ze niet.

De prijs van turf fluctueerde nogal, soms bracht een baggeltje (vierkantje turf) zó weinig op dat turfsteken niet eens zin had.

Jelke weet nog dat de veenarbeiders bij zijn opa (die goed gespaard had en een plaats gehuurd en later gekocht had) zeiden “we wachten wel tot u wat verkocht heeft”. Zij wisten dat opa geen inkomsten had, maar leden hierdoor zelf ook armoe. Wat een loyaliteit aan de werkgever, kom daar nu maar eens om! Ook later, na de vervening, lagen de akkers nog vol met baggeltjes, vooral achteraan Valthermond, waar nog niet veel bebouwing was.

 

Verzet

Jelke had een oom, deze was getrouwd met de zus van zijn moeder. Deze oom, Andries Diepenburg, zat in het verzet (Knokploeg De Hondsrug). Op een kwade dag kwam de plaatselijke politieagent Egbert Sikken(s?) bij Jelke thuis waarschuwen dat Andries gezocht werd door de Duitsers. Jelke wist niet meer precies waar oom Andries zich mee bezig hield, het kon iets met radio’s zijn, maar ook met voedselbonnen. Ik heb het maar even opgezocht, want Andries Diepenburg is een bekende verzetsheld.

Zijn verzetsgroep was actief in het voorkomen dat Duitsers persoonsgegevens konden gebruiken voor de tewerkstelling. Tijdens een van hun acties hadden ze het gemeentehuis in Exloo in brand gestoken om het bevolkingsregister te vernietigen. De Duitsers waren natuurlijk naarstig op zoek naar de daders en hadden lucht gekregen van de verzetsgroep. Vader Lucas Bosch sprong meteen op de fiets om Andries te zoeken. Helaas zijn Andries en nog negen anderen van de verzetsgroep, tussen Valthe en Odoorn ingehaald door de Duitsers en op 20 september 1943 gefusilleerd op het Witterveld bij Assen.

 

Paarden

Later in de oorlog gingen de Duitsers alle paarden vorderen. Ook de inwoners van Valthermond moesten hun paarden naar het verzamelpunt in Exloo brengen. Vader Bosch wilde zijn paard natuurlijk niet kwijt en vond een dierenarts bereid mee te werken aan wat valsheid in geschrifte. Op papier werd het paard een stuk ouder gemaakt. Ook werd een klein spijkertje onzichtbaar in de hoef geslagen, zodat het paard wat kreupelde. Vervolgens werd Jelke als jonge jongen te paard via het veen naar Exloo gestuurd waar hij het paard ter keuring aan de Duitsers moest overdragen. Gelukkig werd het paard afgekeurd en mocht Jelke het weer mee naar huis nemen. List geslaagd!

Op de terugweg door het veen raakte Jelke wat gedesoriënteerd. Er was nog geen bebouwing en al het veen leek tenslotte op elkaar. Hij dreigde verdwaald te raken, maar wonderlijk genoeg wist het paard precies de weg en liep achter elkaar naar de veiligheid van de stal!

Achteraf weet Jelke nog steeds niet waarom uitgerekend hij met het paard naar de Duitsers moest. Misschien, bedenkt hij ter plekke, had vader Bosch er toch niet zo veel vertrouwen in dat het paard mee terug mocht en is hij Jelke op de fiets achterna gegaan, zodat deze achterop mee terug naar huis kon?

 

Neergestort vliegtuig

De jongens in Valthermond haalden wel vaker ondeugende streken uit, waar de ouders niets van af wisten. Gelukkig maar, want in die tijd waren veel avonturen gevaarlijker dan de jongens zelf beseften! Zo was er een keer een Engels gevechtsvliegtuig neergestort bij Valthe, wat de jongens hadden gezien. Zij gingen er meteen op af, maar konden niet dichtbij komen doordat de landmacht er ook al was. In het weekend gingen ze toch nog maar eens kijken of ze nog restanten konden vinden die ze konden gebruiken. Ze vonden een dynamo, waar koperdraad, wat kostbaar was, omheen zat. Dit zware ding sleepten ze wel even mee naar huis. Ze waren nog niet goed op weg of de landmacht kwam er aan, die ook meteen begonnen te schieten!! De jongens doken direct de sloot in, mét dynamo. Klommen er weer uit en liepen verder naar Valthermond. Toen stond de landmacht ze daar al weer op te wachten. De dynamo werd in een sloot gegooid en de jongens liepen, onschuldig kijkend , langs de soldaten verder naar huis. Later hebben ze de dynamo natuurlijk uit de sloot gevist, hij was wel een eind dieper gezakt, dus dat was nog een hele klus!

 

Zendtoestel

Ze hebben ook eens, samen met Jan Hulshof, die wat ouder en wat sterker was dan Jelke en zijn broer, een zendtoestel gevonden in het veen. Via de Valtherdijk hebben ze dit gevaarte in een kruiwagen naar huis gesjouwd. Ze kregen het toestel helaas niet aan de praat en vader Hulshof vertrouwde het maar niks. Het was tenslotte verboden zend- of ontvangstapparatuur in huis te hebben. Hij was bang dat het toestel ontdekt zou worden. Dus ze hebben ‘m maar weggegeven aan de jongens van Smit, die waren wat technischer.

 

Slachten

Er gebeurden veel stiekeme dingen, zoals diep in de nacht varkens slachten. Je mocht één varken van een maximaal aantal kilo’s slachten, de rest moest afgedragen worden aan de Duitsers. Maar ‘s nachts kwamen mensen bij elkaar die dan stiekem een varken slachtten. Jelke weet nog dat hij bij gelegenheid wel eens moest bijlichten met een stormlantaarn.

Over deze zaken mocht natuurlijk met niemand gepraat worden, je wist maar nooit wie je kon vertrouwen en wie zijn mond per ongeluk voorbij zou praten.

 

Tanks in de modder

Hoe moeilijk en vreselijk de oorlog ook was, Jelke kan zich niet herinneren dat er honger werd geleden in deze regio. Sterker nog, een tante uit Amsterdam kwam weleens met een vriendin helemaal op de fiets hiernaar toe. Om vervolgens met fietstassen vol voedsel weer naar Amsterdam terug te fietsen!

Over de bevrijding weet Jelke nog dat ze op een goede dag schoten hoorden in Valthe en met een stel jongens gingen kijken. De Duitsers hadden zich daar nog maar nét overgegeven, Valthermond was nog niet eens bevrijd! Twee grote tanks van de Polen waren op weg richting Ter Apel, maar kwamen vast te zitten in de modder, dus Valthermond is even later met lichte voertuigen bevrijd. Die grote tanks, dat wilde niet op die zachte veengrond!

Kiek op de mo(a)nd

 

Varkensblaas

In de oorlog voetbalden de dorpskinderen, met een lappenbal. Later kregen ze een leren buitenbal, maar daar hadden ze niet veel aan zonder binnenbal. Met elkaar, Jelke kon niet meer zeggen wie precies op het idee kwam, bedachten ze even praktische als eenvoudige oplossing. Bij slager Niemeijer haalden ze een varkensblaas, die ze droogden en vervolgens konden oppompen. De bal bleef een beetje licht, maar voetballen ging er prima mee!

Een keer waren ze aan het voetballen op Plaats 90 toen ze door een buurvrouw gewaarschuwd werden dekking te zoeken. Vliegtuigen cirkelden boven hen en die beschoten de turfschepen. Toen het weer rustig was lagen de lege hulzen op plaats 90 voor het oprapen!

 

Voetbal

Vanaf zijn 12e werd Jelke lid van een van de plaatselijke voetbalverenigingen. Er waren er drie: de Valthermondse Boys, VV Valthermond en MVK (Met Vereende Kracht). Deze laatste was een zaterdagvereniging; de leden mochten vanuit hun geloofsovertuiging niet op zondag voetballen. Deze vereniging is ontstaan vanuit kerk 44 (nu de Hoeksteen). Later zijn al deze drie verenigingen opgegaan in VV Valthermond.

VV Valthermond bestaat sinds 1930, daardoor werd er ook al in clubverband gevoetbald in Valthermond. Jelke heeft ooit in een krantje van de ‘Veenkoloniale Voetbalbond’ uit 1923 gezien dat er clubs waren met namen als ‘Zeldenrust’ en ‘Werkmanskracht’. Inmiddels is Jelke erelid van de vereniging waar hij tot zijn 33e als speler actief was, daarna als bestuurslid en hij heeft ook nog regelmatig als trainer ingevallen.

Zijn beste vriend Paul Wardenburg (zij hebben van kleinsaf aan met elkaar gevoetbald) is vorig jaar december overleden. Hiermee kwam aan ruim 75 jaar vriendschap een einde. Jelke mist Paul nog altijd en foto’s van hen beiden staan prominent op de bijzettafel.

Kiek op de Mo(a)nd             

 

Bruin van de turf

Voordat Jelke lid werd van de voetbal vereniging, dat mocht pas vanaf je 12e jaar, voetbalde de plaatselijke jeugd altijd op een veldje naast plaats 77. Daar was toen café Bras, nu de Zonnebloem. De vereniging huurde dit landje van de cafébaas en alle werkzaamheden deden ze zelf; gras maaien, lijnen trekken. Ze mochten de pomp van het café gebruiken om zich te wassen na het voetballen, dat was wel nodig want ze waren allemaal bruin van de turf aan het eind van het spelletje! Later werden er teiltjes met water neer gezet om te wassen, waar de tegenpartij eerst gebruik van mocht maken. Ik denk niet dat de thuisploeg daarna nog schoon werd van dit water!

 

Plaatsen

Ook over Valthermond zelf heeft Jelke een heleboel kennis en herinneringen. Zo weet hij mij, als nieuwkomer in het dorp, te vertellen waarom de zijstraten tussen het Noorder- en Zuiderdiep nummers hebben: Om de 12 plaatsen (dat was een afgebakend stuk veen dat verveners huurden of in eigendom hadden) was er een laan; de 12e Laan, de 24e Laan, de 36e laan (dat is nu de Doorsnee) en zo verder. De 60e laan is na de oorlog de Vrijheidslaan geworden en zo zijn nog wat lanen van naam veranderd. Een raadsel is wel waarom er geen 48e laan is, maar wel een 49e? Jelke heeft dit nooit gesnapt en er ook nooit een verklaring voor kunnen vinden. Misschien kan Jan Ottens dit eens uitzoeken voor zijn rubriek?

 

Spreekbeurt

Jelke vindt het jammer dat de jongere generatie niet meer zo op de hoogte is van de geschiedenis van het land en het dorp. Hij vond het daarom prachtig dat zijn kleinzoon in groep 8 een spreekbeurt hield over de vervening. Jelke is toen met hem mee naar school gegaan om hierover te vertellen. De interesse van zijn kleinzoon werd gewekt in 2003 toen hij 6 jaar was en de broer van Jelke voor het 150-jarig bestaan van Valthermond een soort maquette maakte van vervening.

De jeugd is sowieso minder gewend en meer verwend dan vroeger, vindt Jelke. Vroeger werd er zware fysieke arbeid verricht, waren er (daardoor?) bij het sporten weinig blessures en fietsten de kinderen behoorlijke afstanden, zelfs nog zonder versnellingen! De mensen waren toen fysiek sterker, denkt hij. Ook nu, op zijn 89e, kan hij nog steeds niet stil zitten, is graag nog bezig in de tuin en fietst nog met plezier.

 

Fluweel op het toilet

Op de valreep vertelde Jelke nog een anekdote uit zijn familie. Hij was er zelf niet bij, dus hij kan niet met zekerheid zeggen of het écht gebeurd is, maar een mooi verhaal is het wel. De toenmalige koningin Wilhelmina en haar echtgenoot prins Hendrik zijn twee keer in Valthermond geweest; een keer na de veenbrand in 1917, maar ook in 1907 toen zij op werkbezoek kwamen. In café hotel Smit (wat van de overopa en -oma van Jelke was in die tijd) was de wc voor de gelegenheid helemaal bekleed met rood fluweel. Het was vast prachtig en luxueus plassen daar, maar helaas heeft de koningin er geen gebruik van gemaakt…

Er zijn nog veel meer anekdotes en verhalen die Jelke kan vertellen, helaas was zijn tijd vandaag beperkt. Maar misschien kunnen we nog eens terugkomen ter gelegenheid van zijn 90e verjaardag in januari?

Annemieke Kok