Kantinepraat heeft niet zo’n best imago. Veel van wat er in een kantine gesproken wordt is weliswaar onschuldig, omdat het binnen de kantinemuren wordt uitgedragen en zelden in de praktijk wordt uitgevoerd. Er zijn momenten dat er best iets scherpzinnig op tafel wordt gegooid, al dan niet bewust. Het onderwerp kleinkinderen komt niet vaak voor. Maar van de opa’s en oma’s uit mijn omgeving hoor je alleen verstandige, trotse, blije geluiden. Zelfs in de kantine.
Daar hoorde ik een trotse opa zich afvragen waar alle onschuld van een baby toch blijft. De tenniscompetitie ligt bij het verschijnen van deze Kiek al weer achter ons. Iedereen weet nog wel van de trammelant in het Midden Oosten. Dan is zo’n opmerking toch wel iets wat je bij blijft. Helaas halen dit soort opmerkingen niet de nieuwskranten of wordt het trending op Twitter. Terug naar het kleine grut. De invloed van kleinkinderen was ook bij ons in de familie groot.
Toen op 16 maart 1992 ‘ons Pa’ zeer plotseling overleed was dat een schok. Echt een leven voor 16 maart en erna. De eerstvolgende jaren weinig vrolijkheid op de familiebijeenkomsten. Een ieder gaf het op zijn eigen manier een plaats. Met hulp van buren en vrienden kwamen we ook deze tijd door. Maar na regen komt zonneschijn, ‘Het is nog nooit zo donker west’…… Alle clichés bleken waar. Toen op een dag kwam het bericht dat er een kleinkind op komst was. Oma was in de wolken en is daar niet meer uit geweest. Oma had weer een taak en doel. Oma fleurde weer totaal op. We kunnen wel zeggen dat de kleine boef een gunstige invloed had op de familiefeessies.
Langzaam groeide hij op, ging naar school. Bij oma eten. Bij Oma op schoot. Zo onschuldig. De onschuld droop er van af. Maar het groeide op. De onschuld verdween niet helemaal. Het ging een beetje op in zijn humor. De rakker blijft een trouwe bezoeker van zijn grootmoe. En de stamhouder van de familie blijft er voor zorgen dat het boefje niets tekort komt. Als de snotaap zijn bezoek aankondigt wordt er steeds voor de inwendige mens gezorgd. Zaterdag even langs om te zeggen dat ie langs komt. Oma direct in de ouwe beentjes om wat eieren te koken.
Eieren klaar, verwisselt de deugniet een van de eieren voor een rauw ei. De volgende dag werden de eieren geserveerd, eieren gingen goed. Bij ei nummer 4 oma in paniek. Keuken onder de eiertroep. Vertwijfeling bij oma. Ik had ze toch alle vier hard gekookt? Ik word toch niet gek? Dementie? En maar niet denken aan de humor van het boefje.
Cliff