285

In de koude en natte maanden van het jaar trekken wij er altijd graag even op uit, zo ook dit jaar. Na enig overleg en ja en nee over, of we met het campertje naar Spanje zullen gaan of vliegen, waar we eigenlijk sinds het uitbreken van corona niet meer zo’n voorstander van zijn, besluiten we toch te kiezen voor het vliegen. Het is maar vijf uurtjes vliegen naar ons favoriete eiland en Spanje is afgelopen winter door z’n lage temperaturen toch een beetje tegen gevallen. M’n vriendin heeft een goede oplossing gevonden door in het vliegtuig een mondkapje te gaan dragen, zodat ze zich veiliger voelt voor alle hoestbuien om ons heen en ik heb een boek bij me om de tijd door te lezen zodat het lijkt of we sneller op de plek van bestemming zullen aankomen.

 

Hoewel ik me wel een beetje zorgen heb gemaakt over eventuele reishobbels onderweg, je kent dat misschien wel, je wordt er ’s nachts mee wakker en moet eerst een kop koffie op hebben in de morgen om die zorgen als sneeuw voor de zon te laten verdampen.

Maar gelukkig, de reis over land verloopt zonder files of andere problemen, er is geen lange rij bij de incheckbalie, de immigratiedienst doet niet moeilijk over schoenen, laptops en medicijnen en zo zijn we voor we het weten in de wachtruimte voor het vliegtuig.

 

We mogen ook nog als eerste instappen omdat we een priority ticket hebben en staan per ongeluk, zonder de bedoeling voor te dringen, vooraan bij het hekje om in het vliegtuig te stappen zodat m’n vriendin de première heeft om als eerste het vliegtuig te betreden, als passagier dan, de bemanning is gelukkig al wel aan boord om ons te verwelkomen.

En niet te vergeten de invalide man in een rolstoel die al door het luchthavenpersoneel in een hoekje vooraan in het vliegtuig is neergezet.

 

Het instappen verloopt ook vlot, zonder geduw en gedring, waar ik het altijd snel benauwd van krijg. Als we heerlijk op onze vooraf gekozen plaatsen met meer beenruimte zitten en het vliegtuig vol is, blijkt de stoel naast mij ook nog leeg en wordt het, wat ruimte betreft, voor mij in ieder geval een luxe vlucht.

 

Eenmaal in de lucht kijk ik eens op mijn gemak in het rond. Naast m’n vriendin zit een stel waarvan de man, die bij het raam is gaan zitten, wij reserveren altijd stoelen aan het gangpad, commentaar heeft op de altijd te krappe stoelen in een vliegtuig, wat voor deze man ook niet anders kan, hij is langer dan twee meter, zijn benen hebben ongeveer de omvang van de gaspijplijn van Rusland naar Europa, terwijl ik zijn borstomvang op ongeveer 2.50 meter schat, dus hoezo, ‘stoelen te krap.’

 

Schuin voor mij zit een pubermeisje met haar telefoon te spelen en allerlei filmpjes van zichzelf te bekijken waar ze de gehele reis mee doorgaat. Hoewel ik niet bewust wil kijken kan ik er ook niet steeds omheen kijken, maar het blijft gelukkig bij dans, hand en gezicht bewegende capriolen en komen er geen filmpjes waarvan ik rode oortjes zou kunnen krijgen, je weet nooit met die pubers.

Voor mij zit een vrouw die zich, trouwens net als de meeste mensen in het vliegtuig, vermaakt met een bal spelletje op haar telefoon, waarvan ik de clou en de spelregels even probeer te volgen, maar moet dit vanwege de snelheid van de rondspringende balletjes al snel opgeven en mij gaan concentreren op de stewardessen die rondgaan met hapjes en drankjes in een tempo, waarvan ik dan weer denk dat, als je honger of dorst hebt, je al in coma bent voordat ze bij je zijn om dat te voorkomen. Er zowel voor als achter in het toestel een toilet zodat hiervoor geen lange rij wachtende ontstaat doordat het snackkarretje het pad blokkeert.

Na de snackkar komt de drank en juwelenkar, waar vroeger ook de sigaretten in zaten, maar die heb ik niet gezien. Dan komt de kar ook nog twee keer langs voor het afval, wat, als je er over nadenkt verschrikkelijk veel is en zo brengt de kar met de stewardessen eromheen al behoorlijk wat entertainment op de reis.

Als er geen karretjes door het pad crossen kan ik tot voorin het vliegtuig kijken en zie dan de begeleider, of zoon, van de invalide man, hem een paar maal liefdevol uit zijn stoel tillen en half tillend en ondersteunend naar het toilet slepen en weer terug naar z’n rolstoel. Ik moet dan wel even slikken en denken dat men blij mag zijn als je geen naaste hebt die in een rolstoel zit en je als mantelzorger bent belast, laat staan dat je zelf in een rolstoel moet leven.

 

Dan is er nog het stel in de rij voor mij, die duidelijk aan de mensen binnen hun gehoorafstand laten weten dat zij thuis een RB&B runnen, klinkt behoorlijk als AIR.

Hoewel ze beiden best wat van hun omvang zouden kunnen missen bestellen ze toch iedere keer, als de entertainmentkar langs komt, iets lekkers, zoals koffie met een broodje en een koek om later over te gaan op een glas (plastic) wijn en een borrelhapjesschotel (plastic schaal met stukjes worst en kaas), waar ze gezellig van smikkelen terwijl de belevenissen over hun RB&B gewoon verder klinken, terwijl de vrouw van het stel ook steeds nog op moet staan omdat een jonge Max Verstappen fan (Red Bull pet en jas), die bij het raam zit, regelmatig van z’n stoel af racet om activiteiten elders te gaan doen.

 

Dan zijn er nog wat kleine dingetjes, die leuk zijn om waar te nemen als je toch in het vliegtuig zit, maar niet de moeite waard om hier iets over te vermelden.

En zo zijn in no time de 285 minuten voorbij gevlogen en gaat de deur van het toestel weer open, kan ik mijn boek, zonder er in te hebben gelezen, weer in m’n rugzak doen en kunnen we uitstappen voor de laatste etappe, een half uurtje met de taxi naar de ferry, die ons in een klein uurtje naar ons favoriete eiland gaat brengen.

Aad Lubbe