De logé

Het is al weer enige tijd geleden dat ik een logé in huis had. De voornaamste reden is wel dat ik tegenwoordig klein woon en eigenlijk geen slaapkamer meer over heb voor een gast, maar de meeste van mijn gasten gaan tegenwoordig sowieso liever in een hotel slapen. We zijn toch allemaal al ietwat op leeftijd en een beetje privacy is dan wel een vereiste. Vooral in de ochtend bij het schoonmaken van het gebit, het innemen van diverse medicijnen of het opbrengen van allerlei smeerseltjes en andere verzorging, om nog weer een beetje toonbaar voor de dag te komen. Dus logés vanaf de ochtend koffie tot na de borrel en de lunch komt het meest voor en ik vind dat ook prima. Ook ik heb mijn ochtendrituelen.

Maar deze vriend komt dus een weekje logeren, ook nadat ik hem heb duidelijk gemaakt dat hij op een matras op de vloer, in de nieuw aangebouwde tuinkamer, moet slapen, hij vindt het geen probleem. Ik vind het ook geen probleem want heb eigenlijk wel een beetje met hem te doen. Hij woont niet zelfstandig en is altijd blij als hij bij me op visite komt met een goede kennis van mij waar hij in huis woont.

Ik ken hem inmiddels al een jaar of twaalf en toen ik nog in m’n grote huis met vier slaapkamer woonde kwam hij ook regelmatig logeren en dat was altijd gezellig. Hoewel hij veel van je tijd opeist en ik hem, op aanraden van die kennis, wel goed in de gaten moet houden, want hij doet soms de vreemdste dingen, en dat blijkt wel weer als de kennis hem komt brengen, die ik gelijk ook maar voor het eten uitnodig, voordat ze weer naar huis gaat en dat begon heel gezellig totdat de kennis, nog voordat we aan tafel gaan om te eten, plots iets vreemds waarneemt bij onze vriend.

Zij ziet dat hij in de hoek van de tuinkamer een beetje raar met zijn mond staat te trekken, net alsof hij iets vies in de mond heeft. Als ze naar hem toe loopt en vraagt wat er aan de hand kijkt hij haar heel beteuterd aan en ziet ze een klein zakje op de grond liggen, waarvan en hij waarschijnlijk dacht dat het een snoepje was en heeft het snel in zijn mond gestopt en opgegeten. Als ze daarop mij het zakje laat zien weet ik meteen hoe laat het is, dat is/was een zakje met muizengif.

Zo zitten we dus met z’n drieën een half uur later in de artsenpraktijk bij een weekendarts die gelukkig nog wilde komen om hem een injectie te geven met tegengif. Thuisgekomen gaat hij gelijk totaal misselijk op het matras, dat ik snel heb neergelegd, liggen en tot middernacht komt er geen beweging meer in hem.

Als ik hem om middernacht wakker maak, de kennis is inmiddels naar huis, om te vragen of hij nog iets wil voordat ook ik naar bed ga, blijkt hij zich weer een stuk beter te voelen en wil nog even een rondje gaan lopen voor dat hij verder gaat met slapen. Zo loop ik dan om middernacht met mijn vriend, bij een temperatuur van ongeveer twee graden boven nul, bij een straffe oostenwind, over de akkers achter mijn huis. De volgende dag is hij gelukkig weer helemaal de oude.

Verder verloopt de week helemaal goed, we wandelen veel waar hij zo van houdt. Drie keer op een dag gaan we over de akkers achter het huis waar de boer tot op heden nog geen gewassen heeft ingezaaid. Dat is ook de reden dat er deze periode soms wel elf reeën op deze akkers rondlopen en als mijn vriend een reetje in het veld ziet is hij in staat om er achteraan te gaan rennen, wat hem natuurlijk niet lukt. Hij is ongeveer net zo oud als ik ben en de reeën hebben ons allang geroken en gaan er vandoor voordat wij ze waarnemen.

Het is een gezellige week, mijn vriend is een dankbare eter en likt zelfs zijn bordje zo goed af dat het zo weer de kast terug zou kunnen. Ik kan hem ook de hele dag wel eten aanbieden, hij zegt nooit nee en als ik hem zeg dat ik zoveel eten niet kan betalen, kijkt hij mij alleen maar, nog meer vragend aan, maar zegt niets.

Na een week komt de kennis hem weer ophalen en na nog een gezellige lunch samen, zonder problemen, gaan ze samen weer naar huis. Als mijn dochter de deur van de auto open doet springt mijn vriend, nog kwispelend met zijn staart, naar binnen en is het weer gedaan met de pret tot de volgende logeerpartij.

Aad Lubbe