Nederland wordt steeds pluriformer en het aantal verschillende nationaliteiten neemt nog steeds toe. Dat dit is vanwege de grote onrust die in de wereld gaande zijn, lijkt een plausibele verklaring. Maar dat is het niet alleen. Ook de armoede in veel gebieden op aarde geeft mensen aanleiding om op de vlucht te gaan. Op hun zoektocht naar vrijheid en vrede en een volwaardig leefklimaat voor het gezin, komen ze ook in Nederland terecht. We zien daar dagelijks tv-beelden van. Toch is er nog meer. Ook het feit dat we via internet met vrijwel iedereen in de wereld in contact kunnen komen draagt bij aan die pluriformiteit. Net zoals het vinden van werk over de landsgrenzen heen.
In die internationale wereld is Bertha Sandker-de Graaf werkzaam. Zij coördineert de taallessen aan de kinderen die vanuit een ver of dichtbij buitenland als vluchteling, als gevolg van de liefdesrelatie van hun ouders of om een andere reden, in de zuidoosthoek van Drenthe zijn komen te wonen.
Ik sprak Bertha in Emmen op haar thuisbasis in het Esdal College. Daar coördineert zij de 11 taalklassen van gemeenten Emmen, Coevorden en Borger-Odoorn in Drenthe. Jan Ottens zorgde weer voor een foto.
Bertha Sandker-de Graaf (1960) groeide op in Valthe maar woont sinds haar huwelijk met echtgenoot Gerhard in Valthermond, het dorp waar haar vader geboren en opgegroeid is. Zij hebben een dochter, een zoon en twee kleinzoons, Tijn en Mart, een tweeling van zeven weken oud. Ze is er maar wat trots op.
Dit interview gaat vooral over de geweldige onderwijsbaan die Bertha heeft. Slechts kort hebben wij gepraat over haar liefde voor Tennisclub Valthermond, het St. Jozefkoor van Zandberg en haar betrokkenheid bij het vieren van Carnaval. Om fit te blijven voor haar veeleisende functie trekt zij er met vriendinnen ook graag op uit om de benen te strekken, te joggen en te bewegen. Het houdt haar fysiek en mentaal fit. En dat moet ook wel als je leest waar zij dagelijks mee bezig is.
Taalklas
Na de middelbare school heeft Bertha de PA-opleiding gevolgd en nog weer later een post Hbo-opleiding ISK (Internationale Schakelklas). Zij is na haar opleiding gaan werken aan, toen nog AOC, Terra in Emmen. Een school voor groen onderwijs waar zij na 17 jaar lesgeven aan VMBO-klassen werd geconfronteerd met leerplichtige leerlingen die afkomstig waren uit de asielzoekerscentra van Klazienaveen en Emmen. Veel scholen in en rond Emmen worstelden met vraag hoe deze kinderen opgevangen konden worden en hoe het taalonderwijs aan deze kinderen vorm en inhoud moest krijgen. De koppen werden bij elkaar gestoken en besloten werd om de kinderen gezamenlijk in ’taalklassen’ op te vangen. De taalklas is er voor leerlingen met zeer uiteenlopende nationaliteiten die in leeftijd variëren van 12 tot 18 jaar, de middelbare schoolleeftijd dus. In een taalklas zitten zij als groep bij elkaar en wordt hun de Nederlandse taal in twee jaar tijd aangeleerd. De helft van de schoolweek krijgen zij les in de Nederlandse taal en in de andere helft van de schoolweek komen vakken als Engels, wiskunde, muziek en het vak ‘mens en maatschappij’ aan de orde. In sommige klassen komt ook het vak koken om de hoek kijken om met name de zelfredzaamheid van de leerlingen te vergroten. Na twee jaar taalklas stromen de meeste leerlingen door naar het reguliere onderwijs en verspreiden zij zich over de deelnemende scholen.
“Alles is taal”, zegt Bertha, “en taal zit dus in alle vakken verweven.” “Je kunt geen wiskundesom maken als je de Nederlandse taal niet kent”, zo vult zij aan. De voertaal in de klas, met soms wel vijftien verschillende nationaliteiten, is dan ook logischerwijs Nederlands.
De keuze voor deze intensieve aanpak wordt vandaag de dag nog steeds gemaakt en is ook nog steeds succesvol. Deze leerlingen leren binnen twee jaar onze taal spreken, maar dat niet alleen. Zij leren in die tijd ook lezen en schrijven in het Nederlands.
Scholen werken samen
De gezamenlijke aanpak van de scholen voor voortgezet onderwijs in de regio Emmen dateert al van de jaren negentig. In de jaren 70 is de eerste taalklas gevormd waarin Vietnamese bootvluchtelingen werden opgevangen.
De intensieve samenwerking tussen de scholen dient niet alleen het belang van deze internationale leerlingen, het zorgt er ook voor dat groei en krimp in aantallen leerlingen kunnen worden opgevangen. Er wordt ook niet één school gestigmatiseerd door daar alle leerlingen te plaatsen. Het wordt gevoeld als een probleem waar alle scholen mee worstelen maar op deze manier wordt er schouder aan schouder aan gewerkt om dit probleem het hoofd te bieden.
Het Rijk bekostigt dit onderwijs en voor de coördinatie dragen de gemeenten Emmen en Coevorden hun financiële steentje bij.
Er zijn op dit moment acht taalklassen samengevoegd in Emmen met kinderen die zelfs vanuit Hardenberg en Zweeloo komen. In Coevorden zijn twee taalklassen en in Oosterhesselen één. Sinds 2008 heeft Bertha de rol van coördinator van het geheel op zich genomen. Zij voert de intakegesprekken met de leerlingen en zorgt ervoor dat elk kind op de juiste plek terecht komt. Bertha is de spin in het web van taalklassen.
Zij is betrokken, creatief en daadkrachtig en geniet van haar werk, van haar enthousiaste collega’s en vooral van de kinderen. Juist déze kinderen zijn heel leergierig, ze willen graag alles kunnen begrijpen en zijn daardoor enorm gemotiveerd om Nederlands te leren.
Verder studeren
Het resultaat van twee jaar Nederlandse taalklas is, net als bij de Nederlandse kinderen, mede afhankelijk van hun achtergrond. Kinderen die in hun thuisland al onderwijs gevolgd hebben, hebben een voorsprong. Ook spelen factoren als milieu en intelligentieniveau mee. Sommige kinderen zijn getraumatiseerd en bij andere kinderen speelt de gezinsproblematiek een belangrijke rol. Taalklassen zijn wat Bertha betreft voor al deze kinderen een voorwaarde voor goede doorstroming naar het reguliere onderwijs.
“Natuurlijk”, vertelt Bertha, “hebben we veel kinderen die als vluchteling te boek staan, maar er zijn er meer.” Mede als gevolg van het wegvallen van grenzen in de Europese Unie komen er ook kinderen uit Duitsland, Engeland en vooral uit Polen, maar ze komen ook uit Afrika en Australië en uit gemengde relaties. In de gemeente Borger-Odoorn wonen 22 verschillende nationaliteiten. Ter vergelijking, in Amsterdam 180 en in Soest, waar ík drie jaar geleden nog woonde, kennen ze 142 verschillende nationaliteiten.
Corona
Toen ik Bertha op school bezocht was er ook een taalklas aanwezig. Ik mocht er – met een mondkapje op uiteraard – zelfs even binnen kijken. Dus vroeg ik hoe dat nou ging met Corona. De scholen zijn toch gesloten?
Dat bevestigde Bertha ook. Alle overige leerlingen van het Esdal College zitten thuis en krijgen digitaal les van hun docenten via laptop of Chromebook. Maar deze kinderen niet. Hun thuissituatie is in lang niet alle gevallen zodanig dat zij via internet les kunnen krijgen. Zij komen dus, ondanks Corona – en net als ik – met een mondkapje op naar school en binnen de klas houden zij de nodige afstand van elkaar.
Speciaal voor leerlingen in taalklassen zijn door Bureau ICE toetsen ontwikkeld die de voortgang van de kinderen kunnen meten. Toetsen die gericht zijn op het begeleiden van kinderen en tieners op weg naar succes. Via deze toetsen wordt het taalniveau bepaald waar het gaat om lezen, spreken en luisteren.
Succes hebben
Ieder mens wil slagen en succes hebben in het leven. Bertha en haar collega’s genieten er dan ook enorm van als leerlingen succesvol het voortgezet onderwijs met een diploma op niveau verlaten en vervolgopleidingen kiezen. Bertha vertelt over een gezin uit Sri Lanka dat onbedoeld in Nederland terecht kwam en de kinderen uit dat gezin in een taalklas in Emmen.
Twee van hen zijn via de taalklas het VWO ingestroomd en zijn geneeskunde gaan studeren. Een derde kind uit het gezin is na de HAVO en het VWO uiteindelijk Rechten gaan studeren. Weer een andere leerling is via de taalklas in het beroepsonderwijs terecht gekomen. Via de Basisberoepsgerichte en de Theoretische leerweg is hij via het MBO uiteindelijk op het HBO terechtgekomen. In de wetenschap dat Bertha en haar collega’s daarvoor in de taalklassen de grondslag hebben gelegd, ervaren zij dit als grote successen. Alles is het hen dan ook waard om hun energie in deze kinderen te blijven steken. “Ze verdienen echt onze aandacht en onze inzet”, zo verklaart Bertha.
Betrokkenheid
In Bertha heb ik weer een heel betrokken Valthermondse leren kennen. Een professional die het hart op de juiste plaats heeft. Het houdt voor haar niet op na een schooldag. Zij herinnert mij eraan dat er ook in Valthermond gezinnen wonen die uit het buitenland komen en in lang niet alle gevallen weten die gezinnen hoe ze met de Nederlandse cultuur om moeten gaan. Help ze, is haar boodschap. Ogenschijnlijk leeft een aantal van hen op zichzelf, maar vaak hebben ze toch behoefte aan hulp, aan contact met hun directe buren en willen ze niets liever dan opgenomen worden in en deelnemen aan onze samenleving. Bertha en haar collega’s merken dagelijks hoe vooral kinderen hun best doen om zich hier aan te passen. En natuurlijk, zo moeten wij ons realiseren, nemen zij daarin ook hun eigen cultuur mee. Help ze, is de boodschap van Bertha. Via sport, cultuur en buurcontact kan worden voorkomen dat deze kinderen en hun ouders in een isolement komen te wonen. Help ze om dat te voorkomen.
“Ik schrijf jouw boodschap op”, heb ik Bertha beloofd en dus eindig ik er dit interview mee.