Lente begint eerder

De opwarming van de aarde heeft effect op bijna alle aspecten van moeder natuur, zo ook op vogels. Die raken namelijk compleet van de leg. Ze voelen niet goed meer aan wanneer de lente begint, wat het beste moment is om een nest te maken en eieren te leggen. Dit leidt er uiteindelijk toe dat ze minder jongen krijgen.

 

Volgens Amerikaanse wetenschappers raken vogels in de war door de opwarming van de aarde. Ze beginnen te vroeg of juist te laat met hun voorbereidingen om nageslacht te produceren, waardoor de vruchtbaarheid afneemt. De onderzoekers schrijven dat de ‘mismatch’ tussen het begin van de lente en de behoefte van de vogels om zich voort te planten in de toekomst waarschijnlijk steeds groter gaat worden, omdat de opwarming verder doorzet. Dit zou wel eens hele grote gevolgen kunnen hebben. Het kan zelfs catastrofaal uitpakken voor de vele vogelpopulaties overal ter wereld, schrijven ze.

 

25 dagen eerder lente

Het broedseizoen begint als de eerste groene bloemen en planten hun kopjes boven de grond uitsteken. Door de opwarming van de aarde gebeurt dit echter steeds eerder. “Aan het einde van de 21ste eeuw zal de lente waarschijnlijk zo’n 25 dagen eerder beginnen dan dit jaar. Maar vogels zullen maar ongeveer 6,75 dagen eerder beginnen met broeden”, zegt hoofdonderzoeker Casey Youngflesh. “Uit onze studie blijkt dat de voortplantingsactiviteit met ongeveer 12 procent zal dalen voor de gemiddelde zangvogelsoorten.”

De onderzoekers hameren dan ook op het gebruik van nieuwe strategieën om vogelsoorten en ecosystemen te beschermen tegen de gevolgen van klimaatverandering. Hiervoor moeten we eerst kijken naar de manier waarop deze vogels reageren op de vroegere lentes en tegen wat voor problemen de trekvogels nu precies aanlopen. Dit is iets wat biologen al tientallen jaren proberen te achterhalen.

 

Te weinig eten

Het idee dat de biologische klok van dieren en planten verder uit elkaar gaat lopen doordat de lente steeds eerder begint, is iets wat al bijna dertig jaar door wetenschappers wordt onderzocht”, legt evolutionair bioloog Morgan Tingley uit. “Er is een aantal hele goede casestudies over dit onderwerp uitgevoerd, maar toch bleef het nog jarenlang een groot mysterie of de vroegere lentes een structureel probleem vormen voor het merendeel van de diersoorten.”

De timing bij het grootbrengen van vogeljongen komt echter nogal nauw. Zijn vogels te vroeg of te laat, dan kan dat desastreuze gevolgen hebben voor hun eieren of pasgeborenen. Maar ook de beschikbaarheid van voedsel speelt een rol: wanneer vogels druk op zoek zijn naar eten om de hongerige, opengesperde monden te voeden die uit het nest opduiken, maar er is nog weinig of niks te vinden in de natuur, dan lukt het de ouders niet om hun jongen in leven te houden.

 

41 vogelsoorten

De onderzoekers analyseerden gegevens over de timing van de voortplanting en het aantal jongen van 41 vogelsoorten – zowel trekvogels als niet-migrerende soorten – op 179 verschillende bosrijke plekken in Noord-Amerika tussen 2001 en 2018. De onderzoekers gebruikten daarnaast satellietbeelden om de vegetatie op verschillende momenten in het voorjaar in kaart te brengen. Daaruit bleek dat elke soort een optimale broedperiode had. Het aantal jongen bleek lager wanneer de lente verrassend vroeg begon en ook als het broeden relatief vroeg of laat plaatsvond in vergelijking met de opkomst van bloemen en planten.

 

Vogels passen zich nauwelijks aan

De meeste vogelpopulaties hadden duidelijk last van de vroege lentes, maar er waren ook enkele soorten, waaronder de rode kardinaal, de Bewicks-winterkoning en de winterkoningmees, die juist profiteerden van het vroege tijdstip waarop de planten gingen groeien en meer nageslacht produceerden. Deze tegendraadse trend werd vooral bij niet-migrerende vogels gezien, maar was slechts een uitzondering op de regel. De meeste niet-migrerende vogelsoorten hadden flink te lijden onder het vroege voorjaar. Voor elke vier dagen dat de lente vroeger intrad, begonnen de vogels gemiddeld maar één dag eerder met broeden.

“Noord-Amerika heeft al bijna een derde van al zijn vogelpopulaties verloren sinds 1970”, vertelt Tingley. “Onze studie laat zien dat de grootste impact van deze ‘timing-mismatch’ pas over enkele decennia duidelijk gaat worden, maar we moeten er nu al voor zorgen dat beleidsmakers effectieve strategieën gaan uitvoeren. Alleen dan zullen de vogelpopulaties sterk genoeg zijn om de klappen van klimaatverandering aan te kunnen. Het is tijd voor actie, beter vandaag dan morgen.”

Jeannette Kras

Bron: https://scientias.nl/